Ich liebe dich

 

Ze woonde aan de voet van de berg
lachte haar scheve tanden bloot zonder enige gêne
aller aller charmantste bergboerin
dijen molensteen een kont om je hoofd voor om te draaien
bijen zoemden genot, bevruchte weelde
ik wankelde vermoeid haar richting uit
het moet zo zijn knorde scharrelzwijn
kukelde haantje de voorste
ze stopte me in een verkwikkend bad haalde draken uit mijn haar
streelde borsten, kneep meeëters
ik wilde voor altijd blijven daar waar alle tijd uit teder bestond
toch moest ik afscheid nemen
ik sloeg haar op de pronte bilpartij zong ich liebe dich samen
met bij en aanwezig vee
toen ze tevreden slaapgeluidjes pruttelde
haar scheefste tand zichtbaar ontspannen in onderlip zonk
heb ik haar verlaten

Tekening en gedicht 
Astrid van Rijn

 

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *