Incrédule quotidien
L’indiffère semble un malheur. Quel bonheur, que rien ne casse, Le cuir une peau bien tannée Tu as beau dire que tu t’en fiches, |
Ongeloof van elke dag Onverschil lijkt een ongeluk, ongeloof schrik zonder opsmuk. Mijn geluk kan niet stuk: ik ken geen Van Lienden onder mijn vrienden. Gelooid ligt het leer soepel in de hand. Gepekeld keer op keer mals het vlees onder de tand. Zeg dan nog wat kan het je schelen. Verbleek en laat met je ballen spelen. |