Sans titre en attendant
Un arbre, ni coq ni âne, Ils sauvegardent notre jeunesse, Vois-tu ce gros tronc ? Vois-tu cette fine branche ? |
Van de hak op de tak
zelden omgekeerd, zelden mak,
springt nu eens de mees
dan weer de mens met de pees.
Het houdt ons, bomen, jong
die van de wereld zijn de long.
Het belet onze stam
krankzinnig te worden of lam.
Zie je die dikstam?
Hij vergaat van de vorm
die hem wegknaagt tot molm.
Zie je die duntwijg?
Aan zijn voet een paardenvijg.