In The Year 5963

In The Year 5963

 

In the year 5963
the moon polishes her cheeks along the hills
and all from the generous soil arise the houses
the beasts the swimmers the children
shake the sand from their hair
and the houses the houses they grow and sleep
oversleep in the patient grass

In the year 5963
the houses regain wings
the women bear laundry again
for their men their sons on all sides
we save stamp upon stamp
for the clumsy walls
that shake loose from their
dull-&-dumb dreams

In the year 5963
the dunes brood on cattle
children hit the calm
in the fingers and fins of the
immeasurable day

In the year 5963
the birds walk on stilts
water and earth are free to go as they want
seldom now the black box is consulted
wherein your fiends so often hide
as we pass

In the year 5963
even the sun
sticks to the constitution
the digger unearths the manuscript
of all what is primitive, prehistorical and precipice
while the whale ponders on his brandnew paws

A once covered distance
will never be repeated
nor nowhere forgotten

And whatever they say and write
all over everywhere sings the sea

 

Over de onhandigheid

 

Over de onhandigheid

over de onhandigheid van het lichaam van paarden is nog onvoldoende gepubliceerd (hippisch)
het hoofd geheven aardbeien plukken voor teenagers (tieners)
als het mooi weer is gaan we ’s middags varen en zo niet dat hebben we afgesproken dat we daar dan contact over hebben (ze wordt 86)

kijk, moet je luisteren (wijzigen in ruik, moet je voelen)
en dan gaat het over een wandtapijt dat je niet mag aanraken (opeten)
ergens worden glasbakken geleverd als ging het om een overschot aan drankenmansgrappen (manschappen)
ik weet niet waar (betekent 2 dingen)
larmoyant zijn is de vijand van de poëzie (o)

een karavaan caravans is al eerder opgemerkt (venus always rings eightfold)
er klinken liederen van oevers en torens (de bergen ruisen)
ik ben inmiddels overleden (^—)


moraal:

achter grendel en slot
sterft men al net zo zot

 

 

All the wrong notes are right

All the wrong notes are right
                         Charles Ives

 

ik, die in deze bundel woon als een rat in de val
Ik, die met bossen ruis en, meisje, lach
ik, die op drek / aas
ik, die altijd dichter ben
ik, die toegeef van niets anders verstand te hebben dan van Eroos
ik die heerlijk door dees’ tijd kom zweven
Ik die schouw het lief dat danst

***

I, who live in this collection caught like a rat in the trap
I, who rustle with the woods and, girl, laugh
I, who feed on / filth
I, who am a poet always
I, who admit to know about nothing else but Eros
I who come floating with delight through these times
I who behold the dancing sweetheart

            ***

moi, qui vis dans ce recueil comme un rat dans le piège
Moi, qui bruisse avec les bois et, ma fille, ris
moi, qui me nourris de / merde
moi, qui suis toujours poète
moi, qui avoue ne connaître rien d’autre qu’Éros
moi qui viens planer superbement à travers ces temps
Moi qui contemple la chérie danser

 

Quoting lines by the following Dutch poets:

Dèr Mouw, Kloos, Lucebert, Van Ostaijen, Verwey, and Socrates by the mouth of Boutens,

though not necessarely in that order (and one of them twice).

 

T o u t e s  l e s  f a u s s e s  n o t e s  s o n t  v r a i e s

Berglied

 

 

 

Berglied

 

Mijn flinterdunne flanken zijn van ons. Onze voeten
staan alom, dag en nacht huilen we. We ruisen zuiver
ruisen zilver en zoet ons huilen. Dat is het sijpelen dat je daar hoort.

Wie omkomen komen in ons om. Welgemanierd staan wij om hen heen
in goedgekapte struiken en bossen. De brandgangen leiden daarvan af of zwijgen
ons open. Ze zwijgen in elk individueel geval.
Het gonst er naar behoren. Wie in ons omkomen komen onfeilbaar om.

Vraag het de luchten, het vee. Waar wij ruisen, sijpelen, zuchten, rinkelen zij. Mijn
flinterdunne flanken zijn van ons. De brandgangen leiden daarvan af. Vraag het de wachters, de zee.
Onze voeten staan alom. Onze voeten zijn schreefletters. Ze zingen zacht. Doen er
hun zwijgen toe.

Ook het onpeilbare, het rotsvaste is van ons. Uit beweging geboren verstarren we.
IJskoud. We staan, liggen, zitten de tijd uit. Overhuiven u, overleven ruwweg.
Er zijn er, zeker, die in ons omkomen, maar ook zijn we dansvloer, stijgbeugel, wordt
er afgeleefd en gebeden.
Wat klingelt is toegevoegd. Vee, gelovigen, dat soort dingen. Wij sijpelen.

Dane the Wildcat/Lester of Red wall

Dane the Wildcat/Lester of Red wall

You little slimemouth,
rotten, scumbucket!”
the big badger wouldn’t stop.
“Alaric!” shouted Lester.
“Get a hold of yourself!”
“You’re defending that scumball!”
screamed Alaric.
“He killed Silverhound!
The little, sleazemop,
adderlover!”
“Alaric!” Lester shouted.
“You can’t let out your anger in violence!
That’s what Redwall taught …
Fuckin cute little slut.
228 notes.
Open in app; Facebook · Tweet …
xxmonkey360xx liked this.
-broken-lost- liked this.
landmarker liked this.
bennybruhh liked this.
adderlover liked this.
jamie198429-blog liked this.
loveisendlessbeautyisbeyond liked this.
passion-fruitz liked this.
jenni-inwonderland reblogged this
from chokingbabygirl ·
jager-bombb reblogged this
from jager-bombb.
… ydderlover.com ·
udderlovre.com ·
odderlover.com ·
uddorlovor.com ·
uwderlover.com ·
uddarlovar.com ·
adderlover.com ·
dderlover.com ·
udderlove.com ·
uddelover.com ·
kdderlover.com ·
uddderlover.com ·
uddirlovir.com ·
udderloveer.com ·
idderlover.com ·
udderlover.com ·
uderlover.com ·
udderlever.com ·
uddelrover.
udderlover.tumblr.com
statistics: typo mistakes,
Alexa rank and more
if the other gets hard and painful,
it should be fomented with warm water
and rubbed with an intimate hand.

Opstaan

Op het keukenplankje stond een mok waar de afbeelding verkeerd om op gedrukt stond. Ondersteboven. Statler en Waldorf hingen met hun hoofden naar beneden en ik begreep niet hoe dat kon. Het leek me stug dat een mok met zo’n misdruk in de winkel zou belanden. Misschien had iemand het speciaal voor hem laten maken. Was het een grap voor insiders. Ik luisterde naar voorbijrijdende auto’s. In een kamer verderop ging een wekkerradio af.

Hij werd wakker. In zijn slaap had hij lange grommen laten horen. Nu bewoog hij. Ik draaide me naar hem om.
‘Goedemorgen.’ Zijn stem klonk ver weg.
‘Goedemorgen.’
Hij had een vouw van zijn kussen over zijn linkerwang lopen en zijn ogen waren klein. Hij legde zijn arm over mijn middel. Mijn mond was droog. Ik boog mijn hoofd naar voren om niet richting zijn gezicht te ademen.

‘Hoe voel je je?’ vroeg hij.
‘Wel goed,’ zei ik. ‘Jij?’
‘Ik heb dorst. Wil je ook water?’
Hij liep naar het keukentje en vulde een blauwe Spa-fles. De rek was uit zijn boxershort. Ik keek de kamer rond en zag het raam.
‘Jezus, man. De gordijnen.’
‘Heb je last van het licht?’
Hij liep naar de gordijnen en sloot ze. De kleur van de kamer veranderde van geel naar lichtrood.
‘Dank je,’ zei ik, maar eigenlijk dacht ik aan hoe ik vannacht bovenop hem had gezeten. Aan hoe ik een vuist had gemaakt en op mijn gekromde wijsvinger had gebeten toen ik doorhad hoeveel geluid ik produceerde. Ik dacht aan hoe hij mijn hand toen had gepakt. ‘Niet stil zijn,’ had hij gezegd. ‘Ik wil je horen genieten.’ Ik dacht aan hoe ik mijn t-shirt en bh voor hem had uitgetrokken. Het enorme raam aan het hoofdeinde van zijn bed was me niet opgevallen.

Er zat een stuk wc-papier tussen mijn benen geklemd. Ik herinnerde me niet hoe het geëindigd was vannacht of hoe we waren gaan slapen.

Hij stapte in bed en gaf me de fles water. Het kostte me moeite om overeind te komen. Ik dronk een paar slokken, ging met mijn rug naar hem toe liggen en trok de deken over me heen. Er kwam een zure geur van mijn oksel. Hij kwam tegen me aanliggen en kuste mijn nek. Ik hield mijn armen tegen mijn lichaam gedrukt.

Ik heb eens een relatie met iemand gehad die graag filmpjes van uit de hand gelopen demonstraties keek. Als ik langskwam liet hij me zijn favorieten zien. Terwijl hij met beide handen mijn rug kriebelde, zag ik hoe Atari Teenage Riot speelde voor een publiek dat deels uit knuppelende ME’ers bestond. In tegenstelling tot wat je zou denken op basis van zijn voorkeur voor geweld, was hij een van de meest veilige vriendjes die ik ooit had gehad. Na zeven weken werd ik verliefd op iemand anders.

Hier stond een boekenkast.

Hij kreunde. Ik schoof wat dichter tegen hem aan en drukte mijn billen tegen zijn kruis. Hij reageerde niet. Ik heb nooit begrepen hoe mensen vast kunnen slapen als er een vreemde naast ze ligt.

De boeken in de onderste helft van zijn kast waren horizontaal gestapeld. Ik herkende ‘Eten, bidden, beminnen’. Hoe kies je het moment waarop je vertrekt? Ik stond op, trok mijn jurkje aan en ging naar de wc. Er lag stugge vloerbedekking op de gang en er was lang niet gezogen. Ik voelde hoe de viezigheid aan mijn voeten bleef hangen. Er kwam een huisgenoot langsgelopen. Hij groette me niet.

Ik probeerde me met water en wc-papier op te frissen. Vergeefs. Sommige geuren krijg je alleen weg met een goede douchebeurt. Het had hem kennelijk niet gestoord. Toen ik zijn kamer weer binnenkwam, was hij wakker en sloeg zijn deken voor me open. Ik haalde mijn handen over mijn voetzolen voordat ik bij hem ging liggen. De rommel die aan mijn voeten kleefde kwam met tikjes op het laminaat terecht.

Hij pakte me beet en trok me naar zich toe. Onze neuzen raakten elkaar bijna. Ik hield mijn adem zoveel mogelijk in.
‘Ik vond het leuk vannacht,’ zei hij, ‘maar je moet zo wel gaan. Ik heb maandag tentamens.’
Ik was haast vergeten hoe het was om te studeren.
‘Dat is goed,’ zei ik.
‘Ik heb geen ontbijt voor je. Sorry.’
‘Wat studeer je eigenlijk?’
‘Econometrie.’
Ik had geen studieboeken zien liggen en durfde niet te vragen of hij het meende.

‘Kom,’ zei hij en stond op. Hij opende zijn laptop en startte Spotify. Dire Straits.
‘Wat een volwassen keuze,’ zei ik.
‘Wat bedoel je daarmee?’
‘Niets.’

Ik zocht naar mijn kleding. Alles lag verspreid door de kamer. Zelfs mijn schoenen lagen niet bij elkaar in de buurt. Vlak naast het bed lag een roze hipster. Hij wees ernaar.
‘Je onderbroek.’
‘Dat is niet mijn onderbroek.’
Hij lachte erom.

‘Heb je veel tentamens?’ vroeg ik.
‘Een paar. Wat studeer jij eigenlijk?’
Vlak bij het keukentje zag ik mijn eigen onderbroek. Zwart en doorzichtig.
‘Ik heb hem al,’ zei ik.

Aan zijn deur hing een spiegel. Mijn mascara zat grotendeels onder mijn ogen. Ik maakte mijn vinger nat en probeerde het zwart zoveel mogelijk weg te vegen. Mijn haren waren vet. Ik haalde het elastiek los en maakte een nieuwe staart.

Hij zette zijn waterkoker aan.
‘Ik hoop niet dat je het erg vindt dat ik alleen thee voor mezelf zet,’ zei hij. ‘Ik moet echt meteen aan de slag.’
‘O. Joh.’
Ik trok mijn jas aan. Hij had een keukenkastje geopend en zocht naar thee. Er stonden minstens tien smaken om uit te kiezen.
‘Geen groene,’ zei hij tegen zichzelf. ‘Zoethout, misschien.’

Ik pakte mijn tas. ‘Ik ga,’ zei ik.
‘Wil je nog wat water?’ vroeg hij.
Hij wachtte mijn antwoord niet af, maar pakte de mok met Statler en Waldorf en vulde deze.
‘Drink op.’
De afbeelding bleek niet verkeerd op de mok gedrukt te staan. Pas toen ik het lauwe water opdronk, bedacht ik dat er mensen zijn die hun kopjes en mokken ondersteboven wegzetten. Tegen het stof.

‘Bedankt,’ zei ik. ‘Ik kom er zelf wel uit.’
‘Alsjeblieft,’ zei hij en gaf me een kus op mijn mond. ‘Tot snel.’

Uit de verslagen van Chton

Uit de verslagen van Chton[i]

 

 

…lverwege dribbelt                het miergespuis                                  [=>bebrild]
convooigewijs uitgerust onlesbare […] drift

graven graven

verzwolg bevroor in de soepzooi
die wij op weg is te zijn
             wij is stroomzout ijsbrij

kookvocht

in kringel krimpen ontploffen

tikkeren

puffen

geil geiseren getijdentijd
spinnen in de spanne
             kosmococon? wij is kosmococonkok!                                   [-klok(?)]

[…]

half ondermaans is wij regenboogwit
aapjes dwarrelend
                                          pasgeboren sneeuw

[…]

in de lichtloze zwijgtijd

ooit

wij is altijd ooit

[…] en alles stroomt maar
versteent                     sluit in
tot pulver purperschrik

ons amber is miljarden karaat
wij braakt van de kaart […] oerbos                                                   [het krakend]
takken vallen wuivend om
al het houtige

blijf nog maar liggen even
[…]

na ons de mierenmens
na de mierenmens
de likkende zee

[laat] likken de zee
voorbij de vluchtroutebewegwijzering
van dom huisvestende mieren
aan ons gasstel zonder personeel

wij staat […]
wij geselt […]
wij spuugt […]                                    [vuur]

daar bij ons grienende haard
lavahaven tot ha…

 

 

[i] [largely] illegible petrefact xyloscript

 

Bob boom swinger

Bob wou verder geraken

dan de Morgen, de meest marginale

dichter van het land,

zo stond hij in die krant.

 

“Ik schrijf de burgemeester een brief

en vraag hem een boom.”

Man, dat zal niet lukken, zo klonk het alom.

Doe maar, zei ik, dat wordt nog een platform.

 

Iedereen kon verder de boom in

toen Bob hem kreeg en hij er

een wijkfeest rond bouwde,

er poëzie rond blowde.

Nooit stond een boom zo mooi in platform.

In het park.

 

Het mocht niet baten.

Hij liet het leven onderweg naar de plee.

Langzaam leven in parallelle werelden

Seizoensgerelateerde kleurverschillen in lege luchten

de kortste weg van het Suezkanaal naar het wortelkanaal

 

massale verzamelingen zeedieren met mediagenieke afwijkingen

ontkroonde pioenkampioenen boenen streeploze rustruimtes

 

shuttlevervoer binnen kantooruren verdeelt de bevolking

rolt tongen op alle verdiepingen

 

don’t mind the gapband met wisselende instrumentatie

last minute luchtkastelen met vroegboekkorting

 

waar de tijd centraal geregeld werd

voor vormeloze rusteloosheid gelijksoortige buren

 

ging de gong voor ophaalkinderen

met oude kranten in hun armen

 

verdubbel hun heilige helix

observeer hun biologisch algoritme

 

wat wil je?

ik wil je

 

De geparfumeerde tuin

De geparfumeerde tuin  

– naar Kaikhosru Shapurji Sorabji —
                         

mama magma zwoegend zeewijf
roept om respijt in het rooibos
bladerend in de prehistorische dakgoot te blind & te geel
laatste kleur voor deze bijna-blinde

o stollende hel en kiezels wij oogsten
god’s stakkerend vuur
maar omhoog is de val omhoog
haar stervende guirlande grammatica

onder melkweg bedolven sluimert de rillende
seconde van de rubedo roeiriem m’n rossige rakker
en bevliegt al het dure het geplengde magenta –
keurmeester alarm! ostinato.

suja zalfput zomphalm zonderlingham suja zotteke zoet
ook wij in de diepten doen aan mi-li-eu
gutkut het schoone scheiden van afval in haar hof
so what want heb je dit: [ ] wel eens gezien?

aldus bezweek de puntige patriot van het heelal
maar niet vooraleer de melkweg van leesbare
spatjes te hebben bespogen takjes aan het voorsteven
van de glimmende bruid

het gespalkte al de kreupele kruimels de stijve oevers
van de jammerende jungle spuiten hun keukenmeid over de kling
niets valt er te halen alles is licht
in het schrijvende schrijvende waterding

nu nog de gekko zevert zij en weer stolt vooralsnog
een zwakkere zon tussen de eiken
de gekko levert het verschil tussen leep en leip
rilt op de rille van het smeltende grind

wie zoent mij de wereld
wie zingt mij de wereld
wie zeeft mij de wereld
poppenspel van zever en rijp

 

 

Kaikhosru Shapurji Sorabji, Le jardin parfumé 

https://www.youtube.com/watch?v=kGjgsww2Kfs

Steinabgang

Und der Stein, ein praktisches,
hygienisches Hilfsmittel erspart,
nicht verloren.

Zur Kontrolle des Steinabgangs,
filtert Der Patient anschließendes
exakte Diagnostik.

Der konservativen Behandlung
und anschließendes Sieben
bei jeder Miktion selbst.

Bei von Nieren- und Ureterkonkrementen,
Uro-Filter Drehkopf geht
nicht verloren.

Sauber, ratitionell, kostensparend.
Und der Stein der konservativen
Behandlung zur Kontrolle.

Der Patient, leicht zu handhaben,
In Praxis und Klinik verwendbar,
erspart Urinsammeln

Der Patient geht
für die Analyse
nicht verloren.

© Lammert Voos

from PREMONITIONS

Is knowing the first wooing of our ancestors in spaceland? We can only constraint and pervert jealousy. You ask if you want to use the vegetables or vantentimes. Deliver the women to abbreviated evils as they duplicate the identical luminary organisms. Now listen t o revelations imparted by deviations or suspicious indiscretions such as diabolical words or forgetfulness. Nightfall rebellion against the conceit which would limit our dimensions to reaffirm what the stranger originates by intervening. Experiences remain motionless until attempting to discriminate between different vocabulary or obscurity and the necessity of their tantalizing dream.