journal intime #27

jt#27 – sous le nu, est l’écorché

het Frans vandaag komt uit de ‘Mauvaises pensées et autres’ van Paul Valery want ik was mijn Moralès boekske vergeten mee te nemen naar bed gisteren en nu te lui om het te gaan halen.

‘La Vérité est nue; mais sous le nu, est l’ écorché’ schreef hij voluit.

de rest van die ‘slechte gedachten’ moet ik zeker ook nog ’s lezen maar dit volstaat wel voor nu: ‘de waarheid is naakt, maar onder het naakt is de huid’, enfin, dat wil Google Translate ons geruststellend doen geloven maar ‘l’écorché’ is wel degelijk het gevilde, het ontoonbare, het gruwelijke, het naakte leven dat eikeba nooit proper is.

een revelerende gedachte toch, in tijden van huidhonger tengevolge een pandemie die te wijten lijkt aan onhygiënisch eetgedrag maar in feite een rechtstreeks gevolg is van onze bevolkingsexplosie, een zékere en breed aangekondigde ramp waartegen enkel de Chinezen met hun ‘mislukte’ geboortecontrole iets hebben willen ondernemen, maar nu dus die pandemie, dat virusje, die gekrompen as, dat kruishaartje van het kwaad dat dient bestreden dient te worden met nauwlettende hygiëne en een strikt aanhouden van de voorgeschreven omgangsafstand van 1m50:

‘onder het naakte (van de waarheid) is het gevilde’

Ja, merci Paul, this will do.

BRONCODE van hetjournal intime -programma

This image has an empty alt attribute; its file name is ietsanders.jpg

gegeven:

geste: het pad van de primaire, spontane beweging
schrijfleeslus: herhaling van de geste die zich gaandeweg stabiliseert binnen de corridor van de geste
corridor: het tijdruimtelijke vlak waarbinnen de geste zich herhalen kan zoals geprojecteerd op een 2D schrijfvlak
jij, je: een participant aan het journal intime programma

het journal intime is een dagelijks algoritmisch uitgevoerde handeling (functie);

  • je wordt wakker en je doet onmiddellijk dit (géén andere bewuste handeling ervoor): je beeldt jezelf een geste in eventueel gelinkt aan een woord of een frase
  • je neemt de blocnote en initieert de schrijfleeslus
  • als je merkt dat de herhaling zich gestabiliseerd heeft tot een geste
    • teken je de geste
  • je signeert en dateert het resultaat
  • je leest in een boek in een vreemde taal (eender welke, niet je moedertaal) tot je een fragment tegenkomt waarvan je denkt dat het kan dienen als 'titel' of 'benoeming' van de geschreeftekende schrijfleeslus

uitvoer van het programma: een gesigneerde en gedateerde tekening met een titel in een vreemde taal

journal intime is een gratis NKdeE-programma

journal intime #26

jt#26 – laisse-le faire qui a son être

29 maart. het is afwisselend zonnig en bewolkt er zit een fikse noorderwind. het oogt aangenamer dan het is, en het is overal onrustbarend rustig.

op de momenten dat de angst alles begint in te palmen is het belangrijk om de angst te benoemen. het benoemen geeft de angst een plaats. rond plaatsen kan je rondwandelen, je kan ze bezoeken, maar omdat het een plaats is weet je zeker dat je er ook weg kan. hallo, dag angst, hoe gaat het?

elke crisis van het Zijn resulteert in een veruitwendiging van het Zijn: we exterioriseren wat er zich inwendig aan realiteitsproductie plaatsvindt. de veruitwendiging maakt de fictie tastbaar, ‘echt’ maar onthult haar meteen ook als fictie: onze logische circuits branden door: a is X en a is niet X, tegelijkertijd! Iemand gaf ons brein de opdracht om de vierkantswortel van -1 te berekenen.

in onze samenlevingen zijn we gaan leven in onze realiteitsproductie (men leze er de postmoderne betogen van Baudrillard of Virilio op na, maar wie heeft daar nog tijd voor? is al die prul al niet gedateerd van bij de verschijning? is iets daarvan echt ‘bruikbaar’ nu? theorie die wil verklaren om iets te veranderen, verklaar alleen zichzelf).
dezer dagen worden we manu militari zo goed als opgesloten in die zelfgekozen gevangenis, het Hotel California van onze natte droom, de consumptieverslaving die ons van wieg tot graf omzwachtelt. eeuwig ongestoord bingen.

O Hildegard!

maar dan zien we plots dat we ‘in het echt’, in real life, daadwerkelijk alleen zijn. we krijgen het rijke voedsel van de dagelijkse aanraking niet meer, maar ook niet langer het basisvoer van de lijflijke aanwezigheden de omgang op net iets minder dan respectabele omgangsafstand (social distancing): niet het grensoverschrijdende, neen, dat kunnen we missen als de pest, maar de grens zelf is verdwenen: de plaats van het lichaam stort in omdat er geen buiten meer is dat met de aanraking wordt bevestigd. de normale zelfzekerheid maakt plaats voor een rare vertwijfeling, die bij het minste kan escaleren tot beklemming, benauwdheid, angst.

de angst vindt doorheen onze realiteitsproductie de weg naar het produceren van meer angst. vanaf dan kan de realiteit die we voor onszelf als leefomgeving opgetrokken hebben op gewelddadige wijze elk teken van het reële pro-actief beginnen onderdrukken: we zien alleen nog maar ons Zijn omdat het Gebeuren te bedreigend is geworden.
er zit een neo-liberale homunculus achter het stuur van onze ‘ik’, en hij raast als een raastige Dedecker over de verlaten autostraden…nergens is er iemand nog, geen plaats heb ik om heen te gaan…

________________

In de tekst ‘Avoir son être’ waarin Marcel Billot een lezing geeft van het leven van Bernard Réquichot wordt duidelijk hoe Réquichot vanuit de beklemming die hem dreef een leven lang zocht naar een nieuwe stabiliteit, een soort hebben van het Zijn dat Billot dan niet zonder grond duidt als een Parousia, een Wederkomst.

want hij die zijn Zijn kan hebben, de eigen realiteitsproductie in alle omstandigheden van het ziedende Echte kan in stand houden, de Meester van de Permanente Noodtoestand, die is vergoddelijkt, die kan gaan luieren in de eigen Transcendentie.

in real life viel Bernard Réquichot morsdood op de straatstenen van Parijs op 4 december 1961.

slotparagraaf van de tekst van Billot in de Catalogue Raisonné, Weber, Brussel, 1973, p.221

journal intime #25

jt#25 – Dieu est une idée simple

de volledige versie van Bernard Réquichot is : “Dieu est une idée simple qu’utilisent les gens qui ne se posent pas de problèmes”. “God is een eenvoudig idee dat mensen gebruiken die zich geen vragen stellen”.

het bidden tot god is de-ontologisch gezien een degeneratie van het janken van puppies in nood, een appel aan de ouders. omdat de respons daarop in het talige rot van ons humane bewustzijn onvoldoende was, niet tot bevrediging leidde, degenereerde het janken tot een bidden naar een verheven superouder, aanvankelijk de Godin-Moeder met de gigantische borsten en de Verzwelgende Vulva, later de Vader-Jager met de Imposante Speer.


geconfronteerd met het dilemma tussen abstractie en figuratie kiest Réquichot resoluut voor de Uitweg, de derde weg van het Gebaar, al komt hij (voorlopig in mijn lezing van hem) niet tot een explicitering daarvan.
Los van alle intentionaliteit volgt hij op geheel intuïtieve wijze de logica van zijn genot. één van de resultaten van dat radicale opgeven van alle finaliteit, is dat zijn ‘doeken’ in eender welke richting kunnen opgehangen worden*:

Mijn schilderijen: figuratief? neen; abstract? ook niet. Men kan er kristallen in terugvinden, schorsen, rotsen, algen; nochtans zijn die dingen niet ‘voorgesteld’. Het aanzien van mijn schilderijen heeft gewoonweg een analogie met die vegetale of minerale materie. De analogie is geen figuratie: wanneer twee katten op elkaar lijken impliceert hun gelijkenis niet dat de ene de afbeelding van de andere is. Figuratief zijn de afbeeldingen van een wereld die bestaat of van een wereld die zou kunnen bestaan. Abstract zijn de afbeeldingen van een wereld die niet kan bestaan. Die gelijkenis van mijn schilderkunst met bepaalde elementen van de natuur is niet intentioneel.

Kan die onvrijwillige analogie figuratie genoemd worden? Hun richting doet er weinig toe: als die verandert, blijft de analogie. Om de abstracte kwaliteiten van een figuratief werk te appreciëren zet men het omgekeerd om zo te vergeten wat het voorstelt; mijn werken gelijken in alle richtingen op hetzelfde.

Bernard Réquichot – dagboek zonder dagen, p.113-114

de werken van Réquichot ‘gebeuren’ zoals de natuur gebeurt, omdat hij dat toelaat. uit ommacht omdat hij als mens die ‘jouissance‘ nodig heeft, maar ook uit noodzaak in functie van zijn ‘recherche’, een onderzoek op leven en dood naar het Zijn van het Denken en het Denken van het Zijn.

schrap het Zijn uit de motivatie/verantwoording van Réquichot en je hebt een perfect hedendaagse ‘auteur’ die zich onder 8 miljard + gelijken op uiterst bevredigende wijze bezig houdt met het oprichten, uitbouwen en in stand houden van zijn ‘Kathedraal’.

maar het is natuurlijk de Zijnscrisis die hem in voortdurende staat van onrust naar de dood drijft: als er geen Zijn bestaat kan zijn gebed niet verhoord worden, blijft hij opgesloten in de hel van zijn ‘angoisse’.


in de communicatie is het zaak dat er gecommuniceerd wordt, de inhoud van de communicatie is bijzaak. het is het gebaar dat telt.
daarom lanceerde de NKdeE onlangs ook een oproep om terug te leren bidden. niet tot god, dat heeft een naar geurtje van necrofilie, maar tot ons: Bid tot Ons.

het is een simpel idee maar het heeft zijn werkzaamheid historisch bewezen: het verenigt immers de angstige individuen in een congregatie, een kudde die door ogenblikkelijke onderlinge besmetting met het Woord dat de Angst verwekte, als bij wonder immuun wordt voor de negatieve effecten van gans de Plaag van de Taal.

Laat ons daarom heden voorgaan in het Dagelijkse Gebed tot Onszelf.

mensen mensen bid tot ons
die des mensen mensen zullen zijn
dat wij ons horen zouden willen
dat wij die ene keer geen mensen
zouden zijn maar wij gewoon

wij zouden ons dan horen
wij zouden ons al biddend zien
dat wij elkander toebehoren
dat jij in mij verscholen zit
dat ik in jou mijzelf kan zien

mensen mensen bid tot ons
die des mensen mensen zullen zijn
dat wij ons horen zouden willen
dat wij die ene keer geen mensen
zouden zijn maar wij gewoon

wij zouden ons dan horen
wij zouden ons al biddend zien
dat jij misschien ons niet wil horen
terwijl jij toch ook ons zal zijn
die nu het dwalen op jouw weg kan zien

mensen mensen bid tot ons
die des mensen mensen zullen zijn
dat wij ons horen zouden willen
dat wij die ene keer geen dommekloten
zouden zijn maar jij en ik gewoon.


*ik heb het dagelijkse gebaar hier ook bewust omgedraaid: ik maakte oorspronkelijk een ‘6’ als gebaar, hier zou je eerder een 9 in lezen. maar gebaren hebben geen onder of boven, die orientatie dat is ‘hogere cognitie’ al, een nageboorte, erger Rot dus

BRONCODE van hetjournal intime -programma

This image has an empty alt attribute; its file name is ietsanders.jpg

gegeven:

geste: het pad van de primaire, spontane beweging
schrijfleeslus: herhaling van de geste die zich gaandeweg stabiliseert binnen de corridor van de geste
corridor: het tijdruimtelijke vlak waarbinnen de geste zich herhalen kan zoals geprojecteerd op een 2D schrijfvlak
jij, je: een participant aan het journal intime programma

het journal intime is een dagelijks algoritmisch uitgevoerde handeling (functie);

  • je wordt wakker en je doet onmiddellijk dit (géén andere bewuste handeling ervoor): je beeldt jezelf een geste in eventueel gelinkt aan een woord of een frase
  • je neemt de blocnote en initieert de schrijfleeslus
  • als je merkt dat de herhaling zich gestabiliseerd heeft tot een geste
    • teken je de geste
  • je signeert en dateert het resultaat
  • je leest in een boek in een vreemde taal (eender welke, niet je moedertaal) tot je een fragment tegenkomt waarvan je denkt dat het kan dienen als 'titel' of 'benoeming' van de geschreeftekende schrijfleeslus

uitvoer van het programma: een gesigneerde en gedateerde tekening met een titel in een vreemde taal

journal intime is een gratis NKdeE-programma

journal intime #24

jt #24 – il faut penser seul

voor Réquichot is het schrift (‘l’écriture’ blijft ‘schrift’ en ‘schrijven als literatuur’ omsluiten, omdat het Frans geen woord heeft dat enkel het ‘système d’écriture’ aanduidt) duidelijk een systeem dat zijn eigen mechaniek volgt los van de spraak.

het schrift volgt zijn eigen ‘logique de création’ en voor BR komt elke creatie voort uit ‘notre monologue’: het individu zit op welhaast solipsistische wijze gevangen in de dialoog met zichzelf, met zijn inputs van de buitenwereld en van de ander, maar niets staat garant voor het bestaan van die buitenwereld en die ander, donc il faut penser seul: je moet alléén denken.

BR zweert het contact met de ander af: hij weigert de socio-emotionele voeding net zoals hij (naar verluidt) leed aan eetstoornissen: het Buiten verwekt de walging van het Zelf.

achter de walging zit de angst (voor het reële, de dood, het fysieke, het onbestendige) zeggen we dan, maar zo gebeurt het niet: er zit niet iets achter iets anders, er is geen hierarchisch complex geordende, zelfs geen ‘chaotische’ causaliteit. het gebeuren gebeurt eerder zo (volg met je handen de beweging): de angstimpulsen geven de expressiestroom de hoedanigheid van een afkering, een weigering die op zichzelf terugvalt en nieuwe angst genereert zodat het zelf in de eigen koker van angst zit opgesloten.


‘het doen’ mag niet meer, hoor ik nu op tv, je moet in je eigen koker blijven. met je razende, gierende huidhonger. en als je hoort dat dankzij de ‘maatregelen’ ‘het virus bij het nekvel is gegrepen’, hoor je daar al doorklinken dat alles maar beter blijvend op slot moet, we moesten maar ’s permanent gaan afstand houden, gedaan met al die flauwe zever van genegenheid en knuffels. de nodige tracker-apps zijn in volle, versnelde ontwikkeling.

Covid-19 bekroont de samenleving van de angst met de angst voor de aanwezigheid, de lijfelijkheid van de ander. de neo-liberaal glundert op de puinhoop van zijn economie, een stort van stinkend afval en hoog-technologische plastic brol bovenop het zelfgegraven graf van het leeggezogen volk. hier en daar spartelt er nog wat.

als Covid-19 dan toch een ‘vijand’ moet zijn die we dienen te verslagen is de oorlog al verloren, want deze vijand went onze eigen angsten aan als voornaamste wapen om van onze samenleving een ware hel te maken. en het schrijft de angst op onze huid en in onze ogen en het gebruikt onze grootste nijdigaards om haar Woord te verkondigen: het Afgrijzen van de Ander, niet omdat de ander anders is maar omdat het een lijf is.

want in de walging slaat de angst voor het echte, het afgrijzen voor de ander om in de neergaande spiraal van het afgrijzen van het zelf, het eigen lijf, de eigen gedachte. er rest de gevangene van het Zijn niets anders meer dan het open raam naar het Niet-Zijn.

BRONCODE van hetjournal intime -programma

This image has an empty alt attribute; its file name is ietsanders.jpg

gegeven:

geste: het pad van de primaire, spontane beweging
schrijfleeslus: herhaling van de geste die zich gaandeweg stabiliseert binnen de corridor van de geste
corridor: het tijdruimtelijke vlak waarbinnen de geste zich herhalen kan zoals geprojecteerd op een 2D schrijfvlak
jij, je: een participant aan het journal intime programma

het journal intime is een dagelijks algoritmisch uitgevoerde handeling (functie);

  • je wordt wakker en je doet onmiddellijk dit (géén andere bewuste handeling ervoor): je beeldt jezelf een geste in eventueel gelinkt aan een woord of een frase
  • je neemt de blocnote en initieert de schrijfleeslus
  • als je merkt dat de herhaling zich gestabiliseerd heeft tot een geste
    • teken je de geste
  • je signeert en dateert het resultaat
  • je leest in een boek in een vreemde taal (eender welke, niet je moedertaal) tot je een fragment tegenkomt waarvan je denkt dat het kan dienen als 'titel' of 'benoeming' van de geschreeftekende schrijfleeslus

uitvoer van het programma: een gesigneerde en gedateerde tekening met een titel in een vreemde taal

journal intime is een gratis NKdeE-programma

journal intime #23

jt#23 – Taktafoui*

in de Neo-Kathedraalse Bouwkunde, een losvast geheel van aanwijzingen, misleidingen en verbeurdverklaringen voor beginnende Kathedraalbouwers zijn er maar twee echte regels. Als je die in acht neemt lukt het wel, die Kathedraal van je. Voor de rest doet ge maar è, aja: ’t is tenslotte ùw Kathedraal!

Die regels zijn de Wet van Jommeke en de Beperking van Jerom.

Afbeeldingsresultaat voor Jommeke koffie

De Wet van Jommeke zegt :

Ja! Echt! Het Kàn. Je kàn van koffie cola maken. Jeuh!

Alleen: tegen de tijd dat je het klaarspeelt drink je waarschijnlijk liever koffie, en jouw getransformeerde koffie zal een pak duurder zijn dan de cola in den Aldi.
De Wet van Jommeke moedigt creativiteit en onderzoek aan in weerwil van het Kosmische Rot. Waarom ? wel: het navolgen van de Wet van Jommeke zal het u leren! Probeer het maar, het is plezant!

Afbeeldingsresultaat voor jerom suske en wiske personages

De Beperking van Jerom zegt:

Alleen Jerommeke kan zichzelf opheffen.

De Beperking van Jerom is vanzelfsprekend. Haar proberen uitleggen zou tegen de Beperking ingaan.


*”Taktafoui” is een deel van de naam van een werk van Bernard Réquichot. Ik verleesschreef het woord vanochtend als ‘allez, semmeleers, doe nu ne keer iets’. sorry è.

BRONCODE van hetjournal intime -programma

This image has an empty alt attribute; its file name is ietsanders.jpg

gegeven:

geste: het pad van de primaire, spontane beweging
schrijfleeslus: herhaling van de geste die zich gaandeweg stabiliseert binnen de corridor van de geste
corridor: het tijdruimtelijke vlak waarbinnen de geste zich herhalen kan zoals geprojecteerd op een 2D schrijfvlak
jij, je: een participant aan het journal intime programma

het journal intime is een dagelijks algoritmisch uitgevoerde handeling (functie);

  • je wordt wakker en je doet onmiddellijk dit (géén andere bewuste handeling ervoor): je beeldt jezelf een geste in eventueel gelinkt aan een woord of een frase
  • je neemt de blocnote en initieert de schrijfleeslus
  • als je merkt dat de herhaling zich gestabiliseerd heeft tot een geste
    • teken je de geste
  • je signeert en dateert het resultaat
  • je leest in een boek in een vreemde taal (eender welke, niet je moedertaal) tot je een fragment tegenkomt waarvan je denkt dat het kan dienen als 'titel' of 'benoeming' van de geschreeftekende schrijfleeslus

uitvoer van het programma: een gesigneerde en gedateerde tekening met een titel in een vreemde taal

journal intime is een gratis NKdeE-programma

journal intime #22

jt#22 – ils se continent ce réel-là

aan de google translate (GT) vertaling achter de link op “ils se continent ce réel-la” heb je vandaag niet veel. GT vertaalt het vandaag 25/03/2020 als ze ‘zijn continent zo echt’ terwijl het eerder betekent “zij dragen/sleuren dat reële met zich mee “.
maar het is een dynamische link: GT is een learning machine het groeit kwalitatief en kwantitatief naarmate het meer gebruikt wordt. dat het leert heeft GT te danken aan het feit dat het uitgeteste routines met positieve resultaten beter ‘onthoudt’ dan diegene die niet werken. dat het een machine is maakt dat het GT geen ene reet uitmaakt of het werkt of niet en dus domweg alles blijft proberen, dit in tegenstelling tot een mens die altijd vertrekt van wat hem bekend is. GT heerst door onverschilligheid: het geeft geen sikkepit om wat wij liefhebben, onze taal bv. GT kan leren ondanks zijn onverschilligheid omdat de vraag verdwijnt bij een tot tevredenheid stellend antwoord: de druk van de stacks valt weg (het is ontworpen als efficient systeem en men heeft het toegelaten om daarin te groeien: GT gebeurt)

maar gezien de geschiedenis van het GT programma kan je net zo goed beweren dat het ontstaan is, gemotiveerd door de nood aan vertalingen. niemand heeft GT eigenhandig ‘ontworpen’ het is een groeisel dat vertrok van een probeersel en gaandeweg ‘iets’ werd dat ‘werkte’.

ls van een van die talloze wijzen van reactie het ‘ontstaan’ van een virus is dat als gevolg heeft dat heel de humane economie plat gaat, dan geeft de planeet of dat virus daar geen ene reet om, maar het gebeurt wel.

laat ons deze metaforische kijk even doortrekken. over wat we niet kennen kunnen we immers enkel metaforisch praten, het is niet ‘echt’, maar we ‘begrijpen’ het dan beter. en begrip is goed want dan voelen we ons gesterkt in ons handelen, omdat dat handelen in overeenstemming met ons begrip wil zijn. dat voelt gewoon beter, zo heeft ons leermechanisme ons dat geleerd, het haalt de stress weg.

als het gevolg van dat gebeuren is dat de planeet als systeem haar stress kwijtraakt (de natuurlijke subsystemen vinden hun niet langer verstoorde ritmen terug) dan wordt het virus pad sowieso voor het systeem ‘planeet’ een beproefd pad, een uitgediepte weg. want hoewel de ‘planeet’ werkt op totale onverschilligheid maakt de enorme respons op dit ontieglijk gebeuren in Wuhan een onoverzichtelijke hoeveelheid van ‘indrukken’, die in een oneindig aantal subsystemen een responsiviteit hebben aangewakkerd waaruit we zouden kunnen durven besluiten dat het systeem ‘planeet’ nu ‘weet’ dat het virale pad, dat van de gedragswijziging in met uitsterven bedreigde diersoorten die maakt dat deze kwetsbaarder worden voor virale aandoeningen die overdraagbaar zijn op de mens, dat dat voor ons zo fatale pad voor haar bijzonder goed ‘werkt’: het haalt de stress weg. en het creert in alle subsystemen een uiterst hongerige vraag naar ‘meer van dat’.

als onze reactie daarop is om enkel dat ene pad manu militari af te sluiten, en bv. op het eten van exotische dieren de doodstraf te zetten, dan straffen we enkel onszelf want dan zet je in de zo opgestelde metaforiek het onverschillige leersysteem van de planeet er enkel toe aan om langs hetzelfde pad verder te gaan zoeken naar manieren om middels virale overdrachten het ‘gedoe’ van die wriemelende, ja ellendig jeukende huidmassa te doen ophouden. al was het maar voor efkens. niet omdat de ‘planeet’ dan zo’n ontzagwekkende intelligentie zou zijn, maar gewoon omdat het systeem dan van de stress af is.

gebeurt het echt* zo? dat kunnen we niet weten, ons verstand is daarvoor sowieso te klein, want het echte kan je niet vatten omdat het ‘vatten’ zelf er deel van uitmaakt: het gebeurt tegelijkertijd. je kan geen kip maken met stukjes kippenvlees, elke gedachte komt altijd te laat voor het echte.

dit was noodgedwongen maar een metaforisch spel, een simulatie. de simulatie gaf ons wel zicht op enige vorm van begrijpen. en misschien voelen we ons beter als we met dit soort begrip handelen, wanneer we een soortgelijke denkbeweging toepassen in de reflectie op ons eigen handelen.

“voel ik mij nu niet merkbaar beter zonder al die files elke dag?”

ja leren van onze fouten is moeilijk bij de eerste echte ‘fatal error’ van ons euh ‘Planetair Beheersingssysteem’ (ook bekend als de meest riante luchtbel aller tijden ofte de Greatest Rian Air Fuck Up of All Time).

*over die “last van het reële meesleuren” nog: het is zo dat je door traumatische ervaringen de realiteit leert kennen, niet in de zin van echte kennis van het reële, mar gewoon het besef dat je nooit nog kwijtraakt dat wat wij als realiteit beschouwen een uiterst fragiel fabricaat is van ons bewustzijn, een bewustzijn dat op haar beurt een heel precaire bovenbouw is op een recursie van het besef van de eigen leegte. de écriture du réel waar Moralès het over heeft is misschien gewoon de voortdurende behoefte om de angst daarvoor een uitlaatklep te geven: het echte is altijd erger dan wat je wil zeggen.
de tekening zelf laat zien hoe een trauma een interrupt vormt die de beschouwing van het trauma als een kerf van het echte mogelijk maakt: DAMN dadamdadamdadamdadam…vrij vertaald naar de IK-spraak: “zie dit is wat er met mij gebeurde”.

BRONCODE van hetjournal intime -programma

This image has an empty alt attribute; its file name is ietsanders.jpg

gegeven:

geste: het pad van de primaire, spontane beweging
schrijfleeslus: herhaling van de geste die zich gaandeweg stabiliseert binnen de corridor van de geste
corridor: het tijdruimtelijke vlak waarbinnen de geste zich herhalen kan zoals geprojecteerd op een 2D schrijfvlak
jij, je: een participant aan het journal intime programma

het journal intime is een dagelijks algoritmisch uitgevoerde handeling (functie);

  • je wordt wakker en je doet onmiddellijk dit (géén andere bewuste handeling ervoor): je beeldt jezelf een geste in eventueel gelinkt aan een woord of een frase
  • je neemt de blocnote en initieert de schrijfleeslus
  • als je merkt dat de herhaling zich gestabiliseerd heeft tot een geste
    • teken je de geste
  • je signeert en dateert het resultaat
  • je leest in een boek in een vreemde taal (eender welke, niet je moedertaal) tot je een fragment tegenkomt waarvan je denkt dat het kan dienen als 'titel' of 'benoeming' van de geschreeftekende schrijfleeslus

uitvoer van het programma: een gesigneerde en gedateerde tekening met een titel in een vreemde taal

journal intime is een gratis NKdeE-programma

journal intime #21

jt#21 – effacement du réel dans l’experience sensible

vandaag, 24 maart, voor de eerste keer écht schrik gehad tijdens deze Corona-crisis. door een ongelukje bij werken in de straat werd de stroom hier onderbroken. normaal blijf ik daar kalm bij, ik ben in Afrika geweest.

maar ik was pas wakker, het ochtendnieuws nog niet bekeken, want de broncode voor dit programma hier verbiedt mij elke schermconsultatie voor ik de ochtendgeste en schrijfleeslus maak, die moet ‘puur’ uit mijn slaap komen, ik mag hooguit gaan plassen eerst als het echt moet.

ik was er net mee klaar, merk ik dat het nachtlampje het niet meer doet, ik denk eerst nog tiens is die lamp nu al kapot?

en vanaf dan is het 1 uitslaande paniekbrand. kleren aan, hop naar de benedenburen, een bejaard stel, heel de tijd helemaal af- en opgesloten in hun huis, ze zien enkel mij die met hun hond gaat wandelen elke dag want hun zoons durven het huis niet meer in uit schrik om hen te besmetten. die ook in paniek, dus ik naar buiten en daar oef, zie ik een fluvius-cammionetje en werkende lui. oef.

het is maar lokaal. niks aan de hand, binnen een uur of twee is’t opgelost. ik kan mijn onderburen geruststellen ook, en mijn eigen paniek laten wegebben. pas dan begint het hele cognitieve besef over hoe kwetsbaar en alleen ik wel niet ben, hier op m’n eentje in wat nog steeds een mij totaal vreemde stad is. tja.

ik lees dan maar wat, mijn lichaam voelt plots ongezond aan omdat ik de ochtendkoffie moet ontberen, maar bon wat later floept de stroom terug aan en mijn bewustzijnsbel kan zich herstellen.

het reële is niet iets, het is ook niet een niet-iets, het is ondenkbaar omdat als je het zou denken het zou gebeuren maar dat doet het al en het kan nooit tweemaal gebeuren, dat is de fictie die ons in leven houdt (wij kunnen wel ‘leven’ zonder, maar dan ‘zijn’ ‘wij’ het niet meer.

alles wat wij doen is erop gericht om het reële te vernietigen, te ontkennen. de destructie, de afwijzing, de weigering is onze grondhouding.

en het verlies van het reële is de kostprijs van het rechtop te gaan lopen, van onze ‘verhevenheid’ boven het animale, een bejubelde Pyrrusoverwinning want het minuscule COVID-19 dat niet eens aan onze definitie van ‘leven’ voldoet, bekroont ons met onze uiterst fragiele, precaire conditie, een toe-stand van angst, een voortdurende state of exception, die ons belet in te zien hoe gevaarlijk dicht bij de extinctie we op elk moment staan.

tja.

BRONCODE van hetjournal intime -programma

This image has an empty alt attribute; its file name is ietsanders.jpg

gegeven:

geste: het pad van de primaire, spontane beweging
schrijfleeslus: herhaling van de geste die zich gaandeweg stabiliseert binnen de corridor van de geste
corridor: het tijdruimtelijke vlak waarbinnen de geste zich herhalen kan zoals geprojecteerd op een 2D schrijfvlak
jij, je: een participant aan het journal intime programma

het journal intime is een dagelijks algoritmisch uitgevoerde handeling (functie);

  • je wordt wakker en je doet onmiddellijk dit (géén andere bewuste handeling ervoor): je beeldt jezelf een geste in eventueel gelinkt aan een woord of een frase
  • je neemt de blocnote en initieert de schrijfleeslus
  • als je merkt dat de herhaling zich gestabiliseerd heeft tot een geste
    • teken je de geste
  • je signeert en dateert het resultaat
  • je leest in een boek in een vreemde taal (eender welke, niet je moedertaal) tot je een fragment tegenkomt waarvan je denkt dat het kan dienen als 'titel' of 'benoeming' van de geschreeftekende schrijfleeslus

uitvoer van het programma: een gesigneerde en gedateerde tekening met een titel in een vreemde taal

journal intime is een gratis NKdeE-programma

journal intime #20

jt#20 – surface vivante

Google translate vertaalt ‘surface vivante’ met woonoppervlak en het is niet de eerste en zeker niet de laatste keer dat een geautomatiseerde vertaling inspirerend en blikverruimend werkt.

dat komt natuurlijk omdat de machinale benadering van ‘woordenschat’ niet vertrekt van de reële woordenschat, hoe dat de woorden echt gebeuren in onze geesten en onze handen, maar van een heel rudimentaire abstractie daarvan, de reductie tot een ‘semantic ontology , zoals sinds de opkomst van de xml in de programmatie het lexicale, semantische netwerk is gaan heten. geheel die object-georiënteerde benadering van taal heeft een echt ‘monstrosum’ in het leven geroepen, het soort gruwel dat we gewend zijn geraakt in onze dagelijkse aanvaring met de spell-check die het beter weet dan wij terwijl we de bevelen opvolgen van de GPS-dame van de route-software want het valt te betwijfelen of we zonder de weg naar huis nog wel zouden vinden.
geheel die ontology-industrie is er op gericht om natuurlijke taal na te bootsen, om ons te doen geloven dat we thuis zijn, maar we zijn al lang niet meer in Denver.

maar soit, daar wou ik het niet over hebben.

als je schrijft ‘maak’ je eerst en vooral een schrijfoppervlak. je begint niet met een teken, maar met de creatie van de mogelijkheid om te betekenen. die temporele volgorde is van cruciaal belang omdat de handelingen binnen het schrijven gebeuren als handeling op de achtergrond van een eerdere handeling.

de ‘init’ van de schrijfactie is niet het teken, maar de opstelling van het schrijfoppervlak als ‘surface vivante’.

en inderdaad – o Wijze Geugel! – het schrijfoppervlak richten wij in als een tijdelijk ‘woonoppervlak’: het is daar, in de twee dimensies die de wereld voor ons een ‘begrijpelijke’ toegang verschaffen, dat we gedurende het schrijven kunnen een ’thuis’ inrichten, onze lichamen een plaats geven door het contact van onze handen via de griffel, het potlood of het penseel met de rotswand, het papier of het doek.

of via het keyboard op het scherm:

schrijfvlak = wereld.nieuwSchrijfvlak (40,30);
schrijver = ik.nieuwSchrijven (keyboard, scherm);
schrijver.Schrijf ("surface vivante", scherm);

BRONCODE van hetjournal intime -programma

This image has an empty alt attribute; its file name is ietsanders.jpg

gegeven:

geste: het pad van de primaire, spontane beweging
schrijfleeslus: herhaling van de geste die zich gaandeweg stabiliseert binnen de corridor van de geste
corridor: het tijdruimtelijke vlak waarbinnen de geste zich herhalen kan zoals geprojecteerd op een 2D schrijfvlak
jij, je: een participant aan het journal intime programma

het journal intime is een dagelijks algoritmisch uitgevoerde handeling (functie);

  • je wordt wakker en je doet onmiddellijk dit (géén andere bewuste handeling ervoor): je beeldt jezelf een geste in eventueel gelinkt aan een woord of een frase
  • je neemt de blocnote en initieert de schrijfleeslus
  • als je merkt dat de herhaling zich gestabiliseerd heeft tot een geste
    • teken je de geste
  • je signeert en dateert het resultaat
  • je leest in een boek in een vreemde taal (eender welke, niet je moedertaal) tot je een fragment tegenkomt waarvan je denkt dat het kan dienen als 'titel' of 'benoeming' van de geschreeftekende schrijfleeslus

uitvoer van het programma: een gesigneerde en gedateerde tekening met een titel in een vreemde taal

journal intime is een gratis NKdeE-programma

journal intime #19

jt#19 – le trait donne à voir

de Franse taal heeft met ‘le trait’ een algemene aanduiding voor de lijn die je maakt met je hand die het Nederlands niet heeft. wij hebben ‘haal’, ’trek’, ‘krabbel’, ‘lijn’, ’teken’ , ‘snee’, ‘kerf’, ‘streek’,… maar niet die ene soortnaam die elk van die handelingen/resultaten van manuele handelingen dekt.

dat is toch niet onbelangrijk als je dan ziet dat menig discours rond die ’trait’ net gebouwd is op het gemeenschappelijke dat het woord ’trait’ lijkt in te richten. de ’trait’ is dat wat schrift en tekening gemeen hebben, maar meestal komt men niet eens tot die explicitering omdat de kunstwereld haar jargon heeft en de literaire wereld vooral leeft in ontkenning van het schrift.

die ‘verneinung’ van de realiteit van het schrift (ik moet dit nog verder onderzoeken maar Jacques Derrida leek zich bv. te schamen voor de schrijfakt zelf, hij schreef schuin met de andere arm ervoor ter bescherming, een merkwaardig psychologisch gegeven voor iemand die het schrijven ook los wou van de stem) is des te flagranter geworden sinds we nauwelijks nog manueel schrijven.
het ‘schrijven’ is verworden/geëvolueerd tot een technische interactie met apparatuur: het keyboard, de smartphone, de stemherkenningssoftware.

die technologisering van het schrijven was uiteraard voor de IT-revolutie al lang bezig met de snel evoluerende druktechnieken, de (elektrische) schrijfmachines, de stencilcultuur, de fotokopie…

we zouden het grofweg zo kunnen stellen: een eerste golf van interactie met de technologie van het gedrukte woord had je in het Modernisme met visuele ingrepen in de tekst en tekstueel-typografische doorwerkingen in de schilderkunst

een tweede golf van interacties tussen het technisch van de hand vervreemde schrift en de beeldcultuur vond in de jaren ’50-’70 van vorige eeuw plaats (we onderzoeken die periode in SATORAREPOTENETOPERAROTAS het Draaiboek-programma op ViLT), waar het eigenlijke schrift een eerste keer als herontdekte brug tussen de schrift en de beeldcultuur verkent werd (Michaux, Dotremont, Twombly om maar enkele namen te noemen)

de verder technologische evolutie maakte van de weeromstuit dat het eigenlijke handschrift in onze periode, de derde golf, helemaal vrij kwam voor het experiment in niet-communicatieve (oneigenlijke) zin, wat voor een groot deel het fenomeen van het Asemische Schrift (Asemic Writing) verklaren kan. veel werk dat als Asemic Writing gepresenteerd wordt herhaalt gewoon de experimenten van de eerste of tweede golf, zonder dat men er erg in heeft en vaak ook, we moeten eerlijk zijn, helaas zonder de kwaliteit en de gedrevenheid waarmee die eerdere experimenten werden uitgevoerd: ’t is een vrij slap afkooksel en vaak kent men de oorspronkelijke wassing niet eens

hoe dan ook, en dat is belangrijker: eigenlijk gebeurt er nu pas voor het schrift wat er ten tijde van het Modernisme gebeurde onder invloed van de fotografie met de mimetisch-communicatieve functie van de beeldende kunst. wat prompt een crisis van de schilderkunst veroorzaakte was het feit dat het schilderij niet meer hoefde te gelijken: het was de afbeelding als reden van bestaan kwijt aan de fotografie. voor een velen een bevrijding, maar niettemin: een crisis, waarvan het oeuvre van iemand als Bernard Réquichot, 50 jaar en twee wereldoorlogen na de ‘feiten’ nog steeds van getuigt.

zo ook is het schrift nu bevrijd van haar noodzaak om te ‘betekenen’. en hoe mooi is het niet dat in onze taal die beide velden van de Franse ’trait’ in één haal chiastisch kan worden samengevat:

het schrift betekende, de tekening beschreef, maar dat doen ze geen van beiden nog.

BRONCODE van hetjournal intime -programma

This image has an empty alt attribute; its file name is ietsanders.jpg

gegeven:

geste: het pad van de primaire, spontane beweging
schrijfleeslus: herhaling van de geste die zich gaandeweg stabiliseert binnen de corridor van de geste
corridor: het tijdruimtelijke vlak waarbinnen de geste zich herhalen kan zoals geprojecteerd op een 2D schrijfvlak
jij, je: een participant aan het journal intime programma

het journal intime is een dagelijks algoritmisch uitgevoerde handeling (functie);

  • je wordt wakker en je doet onmiddellijk dit (géén andere bewuste handeling ervoor): je beeldt jezelf een geste in eventueel gelinkt aan een woord of een frase
  • je neemt de blocnote en initieert de schrijfleeslus
  • als je merkt dat de herhaling zich gestabiliseerd heeft tot een geste
    • teken je de geste
  • je signeert en dateert het resultaat
  • je leest in een boek in een vreemde taal (eender welke, niet je moedertaal) tot je een fragment tegenkomt waarvan je denkt dat het kan dienen als 'titel' of 'benoeming' van de geschreeftekende schrijfleeslus

uitvoer van het programma: een gesigneerde en gedateerde tekening met een titel in een vreemde taal

journal intime is een gratis NKdeE-programma

journal intime #18

BRONCODE van hetjournal intime -programma

This image has an empty alt attribute; its file name is ietsanders.jpg

gegeven:

geste: het pad van de primaire, spontane beweging
schrijfleeslus: herhaling van de geste die zich gaandeweg stabiliseert binnen de corridor van de geste
corridor: het tijdruimtelijke vlak waarbinnen de geste zich herhalen kan zoals geprojecteerd op een 2D schrijfvlak
jij, je: een participant aan het journal intime programma

het journal intime is een dagelijks algoritmisch uitgevoerde handeling (functie);

  • je wordt wakker en je doet onmiddellijk dit (géén andere bewuste handeling ervoor): je beeldt jezelf een geste in eventueel gelinkt aan een woord of een frase
  • je neemt de blocnote en initieert de schrijfleeslus
  • als je merkt dat de herhaling zich gestabiliseerd heeft tot een geste
    • teken je de geste
  • je signeert en dateert het resultaat
  • je leest in een boek in een vreemde taal (eender welke, niet je moedertaal) tot je een fragment tegenkomt waarvan je denkt dat het kan dienen als 'titel' of 'benoeming' van de geschreeftekende schrijfleeslus

uitvoer van het programma: een gesigneerde en gedateerde tekening met een titel in een vreemde taal

journal intime is een gratis NKdeE-programma

journal intime #17

jt#17 – Y A D’ L’ UN

de titel komt weer uit het boek van Moralès.

“Y A D’ L’ UN” is het schrifteken waartoe Lacan in het Ou Pire seminarie van 15 maart 1972 de emergentie van het individu herleid: “donc il y a de l’un, maar bon, ik heb vandaag niet veel zin om te schrijven dus bain voila kzal ’t zo ne keer schrijven Y A D’ L’ UN “.

Moralès vertelt mij dat Jean Oury (de stichter van de befaamde Le Borde kliniek waar Deleuze’s lief Felix Guattari prominent aanwezig was – maar dat komt niet van Moralès, dat wist ik al) dat gebruikte in zijn boek ‘Creation et Schizophrénie’

Goed dat mijn centen op zijn of ik had het boek weer besteld – de verslaving om alles te willen ‘hebben’ dat relevant is voor mijn onderzoek is bijzonder hardnekkig, ma bon, het houdt vanzelf op als mijn centen op zijn, dus dat valt nog wel mee…

SOIT. je kan stellen dat de geste van het schrijven, losgeweekt van de communicatieve intentie het Echte

het ECHTE = het Lacaanse onvatbare Réel in onderscheid met de WERKELIJKHEID de vatbare want (talig) geconstrueerde Réalité, het realiteitsmechanisme dat we nodig hebben om te functioneren

benadert, of dat het er origineert.

welnu: het JOURNAL INTIME programma legt mij op om elke ochtend een spontane schrijfbeweging (je laat je schrijfhand de vrije loop) in wat ik een schrijfleeslus noem te stoppen : je herhaalt de schrijfbeweging zodanig lang op het papier zodat je middels de feedback van het zicht (je ziet wat je schrijft) de beweging tot een geste laat verstarren

die geste is dan het pad van de primaire beweging, die zie je onder het grote schrijfveld in ’t kleiner. het spoor van de schrijfleeslus die je zo laat gebeuren ziet er grafisch uit als een soort corridor waarbinnen elke herhaling valt, plaatsvindt.

van belang is hier dat er bij het ’tekenen’ nergens sprake is van enige semantiek, je ‘wil niks zeggen’: het is een algoritmisch uitgevoerde handeling; het algoritme ziet er in pseudo-pseudo-code ongeveer zo uit:

  • je wordt wakker
  • je neemt de blocnote en initieert de schrijfleeslus
  • als je merkt dat de herhaling zich gestabiliseerd heeft tot een geste
    • teken je de geste
  • je signeert en dateert het resultaat

(het weze duidelijk dat het ontstaan van die schrijfleeslus op zich een neurologisch mirakel is waar een paar decennia aan onderzoek gerechtvaardigd zou zijn, ma bon, soit, ’t is nu toch corona è)

da’s wel genoeg voor 1 sessie, niet? we onthouden:

GESTE en SCHRIJFLEESLUS zijn basisterminologie in de praktijk van het Asemisch Lezen, een praktijk van het Schrift van het Echte die dit JOURNAL INTIME programma wil illustreren en uitbouwen tot een Werkelijkheid

journal intime #16

jt#16 – l’ angoisse est la défense majeure la plus radicale

de titel vandaag is een citaat uit ‘L’ écriture du réel’ van Gérald Moralès , Ed. du Cerf, Paris, 2010, p63

Afbeeldingsresultaat voor Moralès Ecriture du reel

ik ben dat boek aan het lezen en ben erg hoopvol om het als uitvalsbasis te gebruiken voor een uitdieping van mijn bestaande praktijk van asemisch schrijven/lezen en die te verrijken met een integristische theorievorming, vanuit de praktijk. Moralès gebruikt Lacan in een drieluikschema Ecriture-Corps-Angoisse om wat hij zelf een ‘kliniek’ van het concept ‘Schrift van het Echte’ te genereren.

op een moment (19/03/2020) dat gans de mensheid teruggegooid wordt op z’n kwetsbare lichamelijkheid en de angst de ultieme motivator blijkt te zijn om net dat verwezenlijkt te zien wat de planeet nodig heeft om ons nog te kunnen herbergen (een tijdelijke opschorting van het niet-levensnoodzakelijke van onze activiteiten), lijkt mij dit diepteonderzoek het meest nuttige dat ik persoonlijk kan doen.

vanochtend dacht ik: deze gedwongen stilstand bij de als onvermijdelijk gedachte waanzin van ons dagelijkse dwangmatige reilen en zeilen in functie van het onverzadigbare gebrek in onze lijven en geesten, is misschien het mirakel waar we nog op durfden hopen, die ene singulariteit die onze soort nog kon redden.

maar alle mirakels hebben een verklaring nodig willen ze een gezonde basis vormen voor een vernieuwde praktijk. een verklaring ontdoet het mirakel niet van haar pracht, die blijft in het domein van het Echte gebeuren, maar de mensheid heeft haar Werkelijkheid nodig, en haar Wetenschap daarvan, de oude vertrouwde soliditeit van het Zijn en de Dingen maar dan als instrumentele onto-techniek gegrondvest in een betrouwbare en vertrouwelijke band van het Lichaam met het Echte, het Gebeuren.

Iets waarmee we kunnen werken, daarom heet het ook werkelijkheid.

zulk een band kan m.i. enkel op een a-commerciële, anti-elitaire en creatieve manier gedacht, gelegd en onderhouden worden via de belangeloze expressie, het reine Schrift van het Echte, het Gebaar dat telt. dat lijkt een onmogelijk haalbaar idealisme en dat zou het ook zijn moest je het willen verwezenlijken. je moet het niet willen maken, je moet het toelaten te gebeuren. de mogelijkheid van het onmogelijke denkbaar maken.

ik ben ervan overtuigd dat geen enkele theorie iets kan veranderen aan het lot dat wij ondergaan, maar een mens heeft begrip nodig, en middelen om het begrijpen te handhaven zodat men krachtdadig kan handelen zonder alles telkens van nul te moeten bedenken, overwegen en betwijfelen. een goede theorie is dan de beste praktijk die men kan ontwikkelen, en levend houden, één die het onderscheid tussen theorie en praktijk weet op te heffen in een werkbare dynamiek. ik zie die benodigde dynamiek duidelijk als een zichzelf vernieuwend programma, een artificieel-intelligente groei.

die groei is niet afhankelijk van individuen, maar ze wordt wel gevoed door individuen, ze gaat dwars door individuen, en dat is iets wat je kan voelen gebeuren, denk ik. of ik ben knettergek, ook dat is een mogelijkheid, het doet er weinig toe, want wat ik vooral voel is een onafwendbaarheid, een gebeuren dat haar expressie zoekt, wil en ook krijgt.

ach, in een maand dat een onooglijk virus de mondiale economie een halt toe roept, zal het soort waanzin waar ik mij mee bezig houd niet dadelijk veel gaan uitmaken en uiteindelijk komt dit, als er ooit al wat van komt, toch ook weer neer op een verdere aftakeling, een intellectuele degeneratie, een nieuwe stap in onze humane verwording, maar we kunnen niet anders, er is immers geen weg terug. er is nooit een weg terug.

mirakel of niet: het Zijn en de Dingen zoals we die tot nog toe kenden, dat is in deze laat-kapitalistische instorting van de goddelijke Orde van het Woord duidelijk geen werkbaar schema meer… dus moeten we bouwen aan een nieuw soort Werkelijkheid.

goed en wel: nu ik herlees wat ik hier vandaag bij elkaar schreef, besef ik pas hoe diep ikzelf ook geschokt ben door de gebeurtenissen, en hoe erg ik het nodig heb om in deze wilde gedachten weg te kruipen, er een duidelijkheid in te scheppen, een veilig onderkomen dat op dit ogenblik in de ons omringende bedreigende wereld nergens meer voorhanden lijkt.

en dit is nog maar het prille begin van al deze ellende. laat ons, alle regels van de omgangsafstand respecterende, toch maar elkaar heel genegen omarmend blijven koesteren.

journal intime #13

jt #13 – quand je touche ton trait unique, je fabrique notre vide à signifier

commentaar

het is mss niet het moment om het over de aanraking te hebben (16/03/2020 een week of twee, drie voor de piek van de corona-pandemie in onze contreien), maar mss ook weer net wel, omdat we beter begrijpen wat we missen dan wat we gewend zijn.

ik lees van Gérald Moralès nu “L’ écriture du réel “ (in stukskens ’s morgens omdat ik ’s morgens helderder kan denken) en op het einde van zijn eerste hoofdstuk benadert hij de kritiek van Anne-Marie Christin op de eenzijdig-mannelijke visie op de inscriptie als fallische betekenaar die meteen de zin van zichzelf constitueert.

het is namelijk zo dat elke inscriptie ‘à la même fois’ (tezelfdertijd, in dezelfde keer) de leegte constitueert waarop zij gedaan wordt.
Moralès doet dat heel helder voortgaande op het identiteitsdiscours van Lacan van 1961-62 maar je hebt daar Lacan niet eens voor nodig.

het enige wat je nodig hebt is de wil om de inscriptie te zien als een gebeuren en dan zie je meteen dat er voor de inscriptie enkel een rotswand was, een grot in zijn letterlijke om-vang of een been, een stuk steen dat ‘daar lag’.

op het ogenblik dat de inscriptie plaatsvindt ontstaat niet enkel het spoor daarvan, wat wij dan lezen als een ’teken’, maar ook de omringende leegte als ‘schrijfvlak’. de grot wordt meteen (‘d’un coup’) een ontmoetingsplaats, de steen of het been verbindt de vinder/lezer dwars doorheen de RuimteTijd met de tekenaar/schrijver.

Afbeeldingsresultaat voor Stargate

een Stargate!

de oneindige rijkdom van het wit van het blad, bij wijze van spreken. de wereldziel ontmoet en ziet zichzelf in een gebeuren van wederzijds geven van betekenis. da’s totaal iets anders dan het fallische ‘deze steen is van mij’

want dat lege vlak is mss veel meer betekenisvol dan de inscriptie zelf die enkel spoor is van het echte mirakel, namelijk dat van de creatie van een ‘ons’, een stuk ‘reëel’ dat de grenzen van tijd en ruimte overschrijdt.

ik laat graag de erotische implicaties van de tekening in het licht van deze context over aan de verbeelding van de lezeres die haar ongetwijfeld beter kan schrijven dan ik ze zou kunnen benaderen…

Afbeeldingsresultaat voor Gérald Moralès nu "L' écriture du réel
ISBN 978-2-204-09225-8

journal intime #28

jt#28 – la marche en cime et en creux

het dipje in de kranige opgang, zo zou je de geste met haar schrijfleeslus hierboven kunnen beschrijven.

we zullen zo’n tekening, een combinatie van een geste met (de corridor van) een schrijfleeslus, een gignogram noemen, een neergeschreven beweging of gebeuren

in de gignomenologie ervan, de nog uit te werken ’topologie van het gebeuren’, een uitdrukking die op een nonsensicale manier wel duidelijk maakt waar ik naartoe wil, en misschien Gérald Moralès ook wel met zijn ‘écriture du réel’, we gaan het aanstonds lezen (de spanning van het onaffe is mij echter dierbaarder dan de klaarte van het bereikte), in de gignomenologie van deze geste kunnen we lezen dat er geen omslag is in de richting. morgen zal ik een voorbeeld geven van een geste mèt omslag.

____________________

Kan die onvrijwillige analogie [van zijn schilderijen met de natuur, dv] figuratie genoemd worden? Hun richting doet er weinig toe: als die verandert, blijft de analogie. Om de abstracte kwaliteiten van een figuratief werk te appreciëren zet men het omgekeerd om zo te vergeten wat het voorstelt; mijn werken gelijken in alle richtingen op hetzelfde. Mijn werken gelijken in alle richtingen op hetzelfde.”

Bernard Réquichot – dagboek zonder dagen – p.113-114, mijn nadruk

Réquichot vergiste zich daar ewa in want het maakt wel degelijk uit of je zijn werken nu ophangt in de richting dat hij ze maakte of omgekeerd. iemand die aan depressie lijdt merkt niet dat alles in zijn gedrag depressief is, dat elk gebaar uiting geeft aan zijn lijden.

als je mijn ochtendlijke geste omdraait geeft de corridor een heel andere aanblik dan de neerslachtig wiekende treurvogel van het origineel, die mij dan ook gans in overeenstemming leek met de sombere gedachten waarmee ik wakker werd (ik miste mijn kinderen die nu nog meer onbereikbaar zijn dan anders).

de enkele geste van het omgekeerde gignogram overtuigt niet echt met haar ingehouden krullen, maar de veelvuldige herhaling ervan, de corridor van de schrijfleeslus, die je analoog kan noemen aan een (levens)houding of pose is wel die van een schijnbaar moeiteloze verheffing uit de beslotenheid, of alleszins een ontvluchten ervan.

het is geen dipje in de met veel moeite volgehouden pose van de kranigheid, het is eerder een besef van de weerstand en de vreugde van het overwinnen ervan.

ja, dit is nog speculatieve interpretatie – we moeten ergens beginnen – maar de richting van de lus lijkt allesbepalend voor de kwaliteit van de beweging.

de speculatieve interpretatie lijkt mij echter verantwoord omdat er geen speling zit tussen de expressieve resten van de geste en het gebeuren van de geste zelf. het lijkt dan ook triviaal maar dat is volgende formule allerminst: de onmiddellijkheid (in de zin van het woord zoals Kierkegaard dat gebruikt: de niet-met-middelen-genegotieerde directheid ervan) van de asemische expressie blijft in de lezing behouden. we zeggen dan ook:

in de praktijk van het Asemische Lezen is de uitgelezen geste identiek aan het neergeschreven gebaar

BRONCODE van hetjournal intime -programma

This image has an empty alt attribute; its file name is ietsanders.jpg

gegeven:

geste: het pad van de primaire, spontane beweging
schrijfleeslus: herhaling van de geste die zich gaandeweg stabiliseert binnen de corridor van de geste
corridor: het tijdruimtelijke vlak waarbinnen de geste zich herhalen kan zoals geprojecteerd op een 2D schrijfvlak
jij, je: een participant aan het journal intime programma

het journal intime is een dagelijks algoritmisch uitgevoerde handeling (functie);

  • je wordt wakker en je doet onmiddellijk dit (géén andere bewuste handeling ervoor): je beeldt jezelf een geste in eventueel gelinkt aan een woord of een frase
  • je neemt de blocnote en initieert de schrijfleeslus
  • als je merkt dat de herhaling zich gestabiliseerd heeft tot een geste
    • teken je de geste
  • je signeert en dateert het resultaat
  • je leest in een boek in een vreemde taal (eender welke, niet je moedertaal) tot je een fragment tegenkomt waarvan je denkt dat het kan dienen als 'titel' of 'benoeming' van de geschreeftekende schrijfleeslus

uitvoer van het programma: een gesigneerde en gedateerde tekening met een titel in een vreemde taal

journal intime is een gratis NKdeE-programma

Celan: CORONA

GRAPES OF ART – CORONA / HEAVEN IS A BEAUTIFUL PLACE

Schilderij: Ilse Derden
Fotografie, montage en productie: Arnout Camerlinckx
Geluid: Radio Klebnikov (Angelika Thulke leest Corona van Paul Celan)

tekst:

Corona
Aus der Hand frißt der Herbst mir sein Blatt: wir sind Freunde.
Wir schälen die Zeit aus den Nüssen und lehren sie gehn:
die Zeit kehrt zurück in die Schale.

Im Spiegel ist Sonntag,
im Traum wird geschlafen,
der Mund redet wahr.

Mein Aug steigt hinab zum Geschlecht der Geliebten:
wir sehen uns an,
wir sagen uns Dunkles,
wir lieben einander wie Mohn und Gedächtnis,
wir schlafen wie Wein in den Muscheln,
wie das Meer im Blutstrahl des Mondes.

Wir stehen umschlungen im Fenster, sie sehen uns zu von der Straße:
es ist Zeit, daß man weiß!
Es ist Zeit, daß der Stein sich zu blühen bequemt,
daß der Unrast ein Herz schlägt.
Es ist Zeit, daß es Zeit wird.

Es ist Zeit.

uit ‘Een man begraaft een boom’

RADIO KLEBNIKOV 18/01/2020 : Sarah Michaux en Liesbeth Lemmens vertolken 2 fragmenten uit ‘Een man begraaft een boom’ van Shari Van Goethem met levende gitaarbegeleiding van Klaus Pardon.

tekst: SHARI VAN GOETHEM


een man begraaft een boom
een vrouw valt voorover in een lege kamer
een andere man rolt landkaarten op
een andere vrouw ligt in een bijna lege kamer
op een halve vrouw na is ze alleen
nog een andere man is alleen
er speelt een kind en een transistorradio
drie meisjes hurken


onderaan de trap gaat zij liggen. zij gaat liggen. onderaan de trap
zij blijft liggen. onderaan de trap blijft zij liggen. een jongen komt binnen

komt binnen, stapt wijdbeens over de vrouw heen. zij
blijft liggen. onderaan de trap

onderaan de trap. een jonge vrouw komt binnen. zij blijft liggen. buigt
zich over haar heen. zij blijft liggen. de jonge vrouw staat op

staat recht. zij blijft liggen. overweegt de lift
maar ze gaat liggen

ze liggen. onderaan de trap. onderaan de trap blijven ze
liggen. tot de vloer zich vult met vrouwen

de vloer vult zich met vrouwen. ze gaan liggen. ze blijven
liggen. onderaan de trap. onder de trap. aan het raam

aan het raam. overal. ze liggen overal. de vrouwen, ze liggen. overal
planten hun vuist in eigen maag. maar blijven liggen

ze blijven liggen tot de kin de knieën raakt. dan staan ze op. de vrouwen
ze staan op. zij

laatst

Uit: Een man begraaft een boom

voordracht: Sarah Michaux en Liesbeth Lemmens
gitaar: Klaus Pardon
techniek: Arnout Camerlinckx

beluister de volledige show van dit fragment:

RADIO KLEBNIKOV is het levende programma van de Vrije Lyriek – elke zaterdag van 18:00 tot 20:00 op RADIO SCORPIO http://radioscorpio.be/luister.html

CELAN: Große, glühende Wölbung

GROSSE, GLÜHENDE WÖLBUNG
mit dem sich hinaus- und hinweg-
wühlenden Schwarzgestirn-Schwarm:

der verkieselten Stirn eines Widders
brenn ich dies Bild ein, zwischen
die Hörner, darin,
im Gesang der Windungen, das
Mark der geronnenen
Herzmeere schwillt.

Wo-
gegen
rennt er nicht an?

Die Welt ist fort, ich muß dich tragen.

voordracht: Angelika Hulsmans
gitaar: Klaus Pardon
techniek: Arnout Camerlinckx

beluister de volledige show van dit fragment:

RADIO KLEBNIKOV is het levende programma van de Vrije Lyriek – elke zaterdag van 18:00 tot 20:00 op RADIO SCORPIO http://radioscorpio.be/luister.html

dv 2020 – asemische lezing van de audio

over de Neue Kathedrale des erotischen Elends (NKdeE)

De Neue Kathedrale des erotischen Elends is een open, anti-elitair en a-commercieel ontwikkelings- en saneringsprogramma dat onderzoek verricht naar hedendaagse vormen van creatieve beleving, de mogelijke functies van de auteur daarin en deelroutines ontwikkelt die voordelig kunnen zijn voor ieders mentale gezondheid.
De NKdeE richt zich bij uitstek op het schrijven en het tekenen en het schrift als brug tussen beide creatieve activiteiten.

Als programma is de NKdeE zelf een geheel van lopende schrijfprogramma’s waarvan sommige al wat gedocumenteerd zijn. Momenteel zijn deze programma’s min of meer actief:

(voorlopig) gestaakte programma’s:

Hieronder wordt bovenstaande omschrijving verder verklaard:

  • open, a-commercieel en anti-elitair: alles wat de NKdeE doet, maakt of voorstelt is gratis beschikbaar en zoveel mogelijk toegankelijk voor iedereen. De NKdeE hanteert geen productielogica met producerende auteurs en consumerende ‘lezers’ maar een belevingslogica waarin iedereen evenzeer auteur is. Het haalt dus de oude kreet van Joseph Beuys dat iedereen kunstenaar is van onder de Documenta-mottenballen. De NKdeE wil echter met ‘kunst’ niets te maken hebben omdat die vlag in haar visie enkel een verouderde visie op creativiteit genadeloze exploitatie van individuen en een voor alle betrokkenen nefaste productielogica bedekt met de liefde voor de roem en het geld.
  • het is een ontwikkelingsprogramma, dwz. dat het poogt hulpmiddelen te ontwikkelen voor een gezonde creativiteitsbeleving voor iedereen
  • het is een saneringsprogramma omdat met name in de meer filosofische geledingen van haar bewegen de NKdeE het menselijke denken wil zuiveren van wat het ziet als de ontologische ‘ziekte’: een dwangmatige reductie van het gebeuren tot de Dingen en het Zijn. De NKdeE ontwerpt daartoe een dynamische vervangingsmodule voor de oude Zijnsleer, namelijk de Gignomenologie, een soort van non-filosofische en bruikbare theoretisering van het Gebeuren als gebeuren. De oude ontologie zelf alsmede grote delen van de wiskunde en de wetenschappen wordt zeker niet verworpen (de NKdeE kent geen afval, alles wordt gerecycleerd) maar teruggebracht tot haar ware humane geldingskracht
  • de NKdeE is een programma, dwz. dat het echt geconcipieerd is als de mock-up voor een mogelijk programma. In haar eerste verschijningsvorm (2004-2010) was de NKdeE dan ook een werkende web-applicatie. Een gedeeltelijke reconstructie daarvan kan u bekijken via nkdee.be, maar veel van de functionaliteit op basis van java en xml-technologie is helaas niet meer in werkende staat
  • de NKdeE doet op vrij systematische wijze aan onderzoek en stelt gaandeweg haar onderzoeksresultaten zoveel mogelijk begeleid van de nodige documentatie beschikbaar online. Vooralsnog (en sinds 2004) is het een eenmansoperatie van de Kathedraalauteur, dus verwacht wat dat betreft geen mirakels…Het onderzoek wil graag wetenschappelijk worden, maar kan dit momenteel niet zijn omdat het een eenpersoonsonderzoek is (ik probeer wel zo ‘wetenschappelijk’ mogelijk te werken).
  • creatieve beleving: de NKdeE stelt onze huidige vorm van creatieve beleving serieus in vraag. In de cultuurindustrie zoals we die nu kennen gaat elke authentiek creatieve beleving verloren en wordt de menselijke nood daaraan vervangen door een lege en verslavende vorm van consumentisme. De vele kritische analyses daarvan zijn bekend maar de analyse en de kritiek verstomt ogenblikkelijk als de eigen positie van de ‘kunstenaar’ , de ’theoreticus’ of  de ‘auteur’ in het gedrang komt. Logisch, niemand wil de tak afzagen waar zij opzit.

    Door zich geheel onafhankelijk van enig verdienmodel op te stellen is de NKdeE ’takvrij’ en dien ik niet diezelfde schroom aan de dag te leggen. Het resultaat van een 14 jaar lang volgehouden a-commerciële praktijk is een complete demystificatie van het creatieve veld waar voorheen alles ‘nu eenmaal is wat het is’. De NKdeE toont dat het onmogelijke zoniet mogelijk dan toch al denkbaar kan worden gemaakt en zij doet dit niet door hoogdravende theorie maar door navolgbare praktijk.

    De NKdeE hanteert daarbij het begrip van het ‘exemplarisch activisme’: wij hebben geen kritiek, wij zeggen niet hoe het moet, wij stellen een voorbeeld dat al dan niet navolging kan krijgen. Dit is natuurlijk geheel conform aan de idee dat iedereen auteur is en ook lezer en dat diegene die het meest adequaat aan de huidige situatie kan lezen of schrijven het meeste navolging zal krijgen: we geloven in de lezer en de gebruiker als drijvende kracht voor de toekomst en niet in het fictionele genie dat enig dictaat voorkauwt voor een murw gedacht ‘publiek’

  • iedereen is auteur, dus dat vergt een diepgaand onderzoek naar de functie die daardoor wordt benoemd. De NKdeE heeft zich van meet af aan voorgenomen vooral van de auteursfunctie haar onderzoeksterrein te maken en wendt daartoe al haar beschikbare middelen aan. De auteur wordt gedacht als essentiële ‘poort’ voor het gebeuren: er is geen creativiteit denkbaar zonder die typisch humane ‘agent’, wat niet wil zeggen dat de auteursfunctie niet door AI-implementaties zou kunnen worden vervuld. Integendeel: de tentatieve AI-invullingen geven ons een quasi extern beeld van de humane auteur, een beeldvorming die voorheen ondenkbaar was en enorm stimulerend is voor het herdenken van de functie zelf
  • de belangrijkste motivatie voor het onderzoek is de overtuiging dat de creatieve beleving bevrijd moet worden van het commerciële juk en terug in dienst gesteld van de mentale gezondheid van de mensen die er deel aan hebben. We hebben dan ook bijzondere aandacht voor de mogelijk therapeutische werking van bepaalde binnen de NKdeE ontwikkelde vormen van creativiteitsbeleving zoals het Meditatief Schrijven of het Asemisch Lezen.

Nostradamus

[Voordracht van het driedelige gedicht van Paul Snoek op Radio Klebnikov – live recording van 11/01/2020]

PAUL SNOEK – Nostradamus

I

Mijn hielen aan de koele tegels des waters
en de maan door mijn oorschelp verduisterd,
zo durf ik rusten in de gleuf der glazen heuvels,
waarin de nacht mij als een zucht weerkaatst,
want waarlijk, een kus is mijn enige zintuig.

En zacht, als zilver dat men bijna aanraakt,
volbreng ik verzadigd de werken der goden.

Dit is mijn longen ontladen en drinken en
tussen adem en schaduw bewonderend voelen
hoe mijn handen angstvol in hun warme holte
de koude vingers van hun schepping strelen.

dv 2020 – Asemische lezing van de audio-opname

II

Het is een droom, voortvluchtig als water,
het korte glimmen van een mantelhaak,
het bijna horen zingen van een vreemde vogel,
iets dat ik mij enkel ’s winters herinner.

Het is de droom dat ik tover met echo’s
dat ik doorzichtig het water weerkaats
en het water niet naboots,
dat de dauw die in mijn neusgang stolt
de bloem beweent die ik mij heb verbeeld,
dat de kleur die aan mijn vingers kleeft
aan de vleugel ontbreekt van de vlinder
die ik zag met het hart van mijn oog.

Het is de droom dat ik droomde.

III

Wanneer de ijsprins mij verlaat
en mijn borst zich bevrijdt van zijn schuddende ebbe,
wanneer ik mij wond aan de pegels der stilte
of aan het laatste slurpen van het daglicht,
het is dan dat een god mijn lichaam bewoont.

Het is wanneer ik hem vluchtend benader
en op zijn schouder rozen kus of soms
mijn mond laat rusten als een munt
dat ik mij uitwis en kortstondig glinster
als de ster, vóór zij in zee valt.

Het is wanneer ik even sterf
dat ik hem eeuwig liefheb en vallend bewonder.

https://dbnl.org/tekst/_gid001196301_01/_gid001196301_01_0007.php

muziek : Max Richter – On the Nature of Daylight (Entropy)
geluid : Arnout Camerlinckx
voordracht: dv

de gestalte der stem 1

[eerste deel van de voordracht/radiobewerking van DE GESTALTE DER STEM proëzie van Bert Schierbeek (Bezige Bij 1957)]

tekst (<DBNL):

IK BEWEEG MIJ nu in de gestalte der stem
die gaat in de kilkeper het woord
in mijn linkerhand een gehoorapparaat
in de rechter de huid van de aarde
ik hoor de weerwraak
ik zie het slachtofferspel der geliefden
ik zet mijn hart uit in de tastende ruimte
mijn mond op het raster der angst
mijn lippen kussend de donkere gang van het leven
in de doorbraak der ogen het licht
van de architectuur van de stem
die gaat binnen de tonggeslachten
door het raamwerk der voorstellingsstromen
in het wonderlijk kristal van het zweet onzer handen
langs de denkbeeldige muur
met de poorten van in- en uitgang
over de drempel der zevende eenzaamheid mens
die bouwt in de architectuur van de stem
die staat als het dak over woorden
de zwarte zee en de huifkar der liefde
het edelkoord van het schrift der dode volken
en het breukverband der verdoofde oren
de bouwkunstige gang van de stem op aarde

dat is zei een man dat ik zo licht mag worden als zeer oude
thibetanen en mij met ketenen omhang om van de aarde te
blijven om het levensbeeld van minnend maanvolk aan de
hellingen der bergen te voltooien met de naar binnen
geslagen stem der wijzen uit het duistere gat van het licht
waarin ik woon en zeer langzaam met spelden de muren
doorboor om wederom tot de zon te geraken gaande naakt
door de eeuwige sneeuw van het bidden voor een beeld van
altaar in de omwandelende voet van het heiligdom

dv 2020 – asemische lezing van ‘de gestalte der stem 1’

strelend de verlatenheid van de menselijke huid gaat de hand
van de stem
ik speel met de vingers
ik heb mij van veel ontdaan
met de worgende en strelende vingers
ik sta alleen in het huilende huis van de wind
met de verloren handschriften der dode zee
zo zout
zo oude legende
de knoros van het licht in mijn ogen
de vliegende koeken verlaten mijn handen
dat zijn de daden
om te verzachten

zij maakten daarvoor zei de man wonderlijke reliefs in de
vorm van wagenwielen en ook zo groot en de spaken waren
de paden waarop gesteld stonden de gestalten van verbeeldin
die hen omringden de vlaggen, lampen en wierook en de
stemmen der lama’s waren torentjes klei de torma’s
genaamd
dit is
de cosmogenese der stem vol vreemde figuratie
over de lippen
de menselijke
de draagbalken weedom
de consoles vertrouwen
de loketten der twijfel
de hang en sluitwerken der hartkameren vrees
de windhaken der hoop
de wonderlijke formules van de eenheden uitgaande en
inkerende stem waardoor ik de dood vrees
zoals de arme vrouw die de stemmen kent soms vraagt het
geluid te stoppen of wat terug te zetten en ook de gaten der
doorgang de deuren muren en ramen
de stem die de genade niet geeft
en de gek van de mens maakt die hoort

want er zijn slechts weinigen die de stem horen
maar er zijn er de velen die haar maken

zij bouwen het schaduwtheater der verontrusting binnen de
tekenen der contemplatie en staan kinderernstig in de
wenteling van het wiel sluiten hun ogen grijpen duizelig het
speelgoed en laten het vol vrees en verwondering de blinde
vingers der daden ontglippen
en zij graven een gat voor het wiel om het te verbergen
een heilige grot
en zij slaan gade de wenteling van het wiel dat hun wereld is
en zij vrezen binnen de gekleurde samenzang die zij doen
zij zien een krampplaat vol afzondering
een hongerplafond
zij straffen en lachen een architraaf over alles
het kettingverband van het leven op aarde
de menselijke stem

de schreeuw uit het mangat
de afstand van iedere dag naders gemeten
waarover wij lopen wat wij kunnen
met de voeten in de epische gestalte der stem
ook ik die reed in het hart van de weerkerende vrouw van
liefde uit het land kostverloren en de buurtschap genaamd
hongerige wolf in de omslag van de versiering der blikken de
maag leeg en de maan laag onder het melkgesprek van de
sterren en zeer bewogen want ik had mij van veel ontdaan
ik woonde in de waterschoten der grachten
en in de windharp het woord
mijn hart lag op mijn handen en klopte langs de bouwputten
der huizen
ik had de wakers en slapers geplaatst binnen de vervoering
der stem
en de stem was de eenzaamheid
waarover wij lopen wat wij kunnen
met de zwijgende stenen die de nagel schrapen
tegen de stilte der stem
en ik schreef vreemde talen tegen de donkere muren
omdat kwekers bomen bouwen, zei de geliefde
en mijn stem beweegt zich door de offers
en is met open mond bewogen
temidden der mensen met de vreemde lampen geluid
leg ik de dag vast
de iedere
op het gezegelde veld der seconden
binnen het dekblad der tijden
de bekfluit geheven tot het beeld van dit tongwerk
in de gewonde mond die de boom zal bouwen
van de ontrukte en schouwende gang van de stem
plechtig als een oerwoud
omarmend het ongeziene water
de vrees in de keel der dieren
de stap en de stand van de trotse flamengo
de gevleugelde afdruk der handen gehouwen in stenen
woestijn
om dit toonaarden geslacht de draagbalk te verleggen
van de taal
de avater
de dada
de wonderboom van dit hoofdmanuaal
levend in de windtrap der stamtonen
de stijgende
de dalende
de madrigale vloed der gemene namen
de mysterie-stad van de stem
het onder-en-boven-ding
mijn koelemansoog geheven
mijn zon-en-regelkeel
de wonderlijke kiel van dit schip gekanteld op aarde
de romp van deze schelp is doorzichtig
de traanbouw het heelal van het hart
het oor het omvamend karkas
boven het ontoereikende doen van de handen
het beeld van de gestoorde
ik in mijn stem
die de klank naboots
ik lig aan de kust en luister
in de verschrikkelijke greep der aanwezigheid
een zwarte paus
een lichtridder
een fabelfontein
van het modderbad van de menselijke stem

https://dbnl.org/tekst/schi003verz04_01/schi003verz04_01_0003.php

voordracht: dv met BOSS VOICE-TRANSFORMER VT-1
muziek: Giacinto Scelsi – Trilogia, Ko-Tha for solo cello, Frances-Marie Uitti

transmutatie* van Trilce II van C. Vallejo

tekst Vallejo

Tiempo Tiempo.

Mediodía estancado entre relentes.
Bomba aburrida del cuartel achica
tiempo tiempo tiempo tiempo.

Era Era.

Gallos cancionan escarbando en vano.
Boca del claro día que conjuga
era era era era.

Mañana Mañana.

El reposo caliente aún de ser.
Piensa el presente guárdame para
mañana mañana mañana mañana.

Nombre Nombre.

¿Qué se llama cuanto heriza nos?
Se llama Lomismo que padece
nombre nombre nombre nombrE.

transmutatie naar het Nederlands (dv)

tijd tijd

de dagdiode ontsteekt de ellende
geboterde bommen van ’t grietenkartel
tiktijd tikt de tiktijd

eeuwige eeuw

hanen kraaien krijsend vergeefs
klaarte loopt wit uit de monden
het komt er het komt er

morgen na morgen

poserende warmte föhnt zichzelf
pensen presenteren de wachters
morgen na morgen na morgen na morgen

nummer nummer

waar is de lama die hees van ons zong?
de lama van Lomismo die predikt
het nummer het nummer het nummer E

Voordracht (dv) van de transmutatie* op RADIO KLEBNIKOV 11/01/2020:

*transmutatie: zie het boek van Jim Leftwich

> Luister naar de hele uitzending van RADIO KLEBNIKOV 11/01/2020<

de Motetten van Hurt


RADIO KLEBNIKOV uitzending 5/10/2019

 PDF van
‘de Motetten van Hurt’
Radio Klebnikov Weekbladen #1

teksten van Hanna Duchamp, Gusta Bastian, Guido Utermark, Nachoem M. Wijnberg, Petra Fenijn, Dirk Vekemans en Harmen Verbrugge

zèlfs PLEEzitters kunnen hun teksten ter voorlezing offreren middels deze in het Geugeldoc te pleuren, voor de eerstvolgende uitzending (12/10/2019) is dat hier

NAAR HET RADIO KLEBNIKOV GEUGELDOC

6/01/2019

uit ‘het dagboek van Anke Veld

“fuck the future: wat niet is, moet komen.”
Anke Veld 1/05/2021

 

ik lig in bed, ik waak, ik woel, ik vind geen aarding
in het draaien, keren dat ik doe.
er is een beeld van jou dat door mijn wezen jaagt, 
het laat niet af, het houdt niet op.

jij ligt in bed, ik duw en streef en sterf in jou.
jij kreunt omdat je niet meer kan,
je stamelt ‘nee’ en ‘nee dit kan niet nee’,
dus ik ga nog meer in jou tekeer.

en dan

de nekslag achteruit,
je drukt je achterhoofd de kussens in,
dat zachte wil niet kennen deze kracht van jouw ontluistering.
de aarde wijkt, de zeeën splijten,
monsterbaarlijk is geheel jouw lichaam
dan gebeurtenis, ontwaken:

je slikt en

in het bulderende suizen van het stille punt
omvormt zich tot kolos, kadaver en geraamte van de tijd
het woeste beest dat in je hals als honger leefde, de mastodont
die slokt, en slokt in de verpletterende zwaarte van zijn reine git
en die mijn snokken vreet, mijn spasmen, en die de kamer eet, en die heelal en jou verpulvert en vergeet.

uit jouw lichaam dan stijgt langzaam op
versplinterd licht
het zilveren zingen van gods glinstering.

 

Cantus Firmus 1992

Ik dacht eigenlijk dat ik het kwijt was geraakt, maar ik heb alsnog het typoscript uit 1992 (begin 1993?) kunnen terugvinden.

titelblad van CF – link naar het PDF-bestand van een scan ervan.

Cantus Firmus is waarschijnlijk het enige wat ik ooit aan de wereld te zeggen had, of nog te zeggen heb. Ik heb het schrijfsel zolang stilgehouden omdat ik het zelf nog niet begreep, vermoed ik, mijn motivaties toen waren of zijn mij alles behalve duidelijk.

Cantus Firmus is een tekst van 20 bladzijden met een titelblad en een citaat van Paul Celan als motto. Ik schreef het in de aanloop naar de geboorte van mijn oudste dochter, voor wie ik later ‘Spelen Dat Het Donker Wordt’ schreef.

Cantus Firmus is een soort gesprek onder ons, tussen u en mij over het hoofd heen van mijzelf zoals ik toen in mij gevangen zat. Een beetje creepy, ja, misschien, maar het heeft wel iets vertederends ook. 

Verder heb ik nu niets te doen of te zeggen nog dan het u zwijgend aan te bieden, ter lezing mocht u daartoe geneigd zijn.

Allez Vooruit!

uit ‘ het dagboek van Anke Veld’

28/01/2019

vast in taal. ik praat, ik schrijf, jij hoort jezelf, je eigen falen, wat ik ook zeg. ik denk aan die toren toen, van Babel, de spraakverwarring. ik zie die hele volkeren splijten.
het zit m in de woorden, dat denk ik dan, het misverstand. en ja begrip is vrede, onbegrip een oorlog, met vijanden en al.

voor begrip is luisteren nodig, en lezen. de woorden zoals ze er staan, zoals ze klinken. ja onder lagen stem, stem die veel verduistert, het stralen ook, van ogen, gezicht, mimiek.
hopen emo, stiekem opgeslagen in rimpeltjes en tikjes allerlei. in vlekken, littekens, een stuk minder of andere huid. dingen die ontbreken ook, niet rustig zijn.

ja taal is hopelijk het communiceren met woorden, elkaar helpen en onszelf, met dingen die ons gelukkig maken.
zoals sommige woorden, zoals met liefde, begrip.

luisteren is woorden aaien, ernaar kijken, alsof je die wil kennen, zoals ik dacht dat ook liefde was.


omzeg ik een zin, de woorden blijven bij de woorden medelijdend staan.

roer: ik tast mijn roeren aan en ik bekijk de spatel die ik heen en weer en heen vergeefs beweeg. waar ben ik?
licht: ik strijk het licht in kleuren uit, gestolde plaatjes van het duren van de weigering. zij houdt van Hem, Hij wijst haar af, ik hou van Haar, zij walgt van mij.
doof: ik uit de woorden die als motten in mijn keelgat slaan. ik walg, ik stik, ik slik. houdt Hij van Haar?
blind: ik zie een lijf dat leeg zijn liefde biedt aan mij. wie zijn wij, en waar?
daar: een voorwerp van verlangen gooit mij van hoog de gebaren van het falen in de open hand. ik vang een slipje met haar geuren.
er: mijn mauve stilte donkert er tot blauwig grijs. zij neemt mij in de mond.
ach: hij zoekt het spreekgestoelte. ik grijp zijn benen bij de haren vast.
ja: ik kom in haar, zij jankt, ik duw haar van mij af

ik spartel op de vloer.

de gebeden bleven steken in een lus van onbegrip.
mijn lichaam drukt zich nu volledig uit en af in de muffe kamerlucht. de walm is onuitstaanbaar: verschaalde lust en weemoed, zweet en drek en dan de onvermijdelijke maalstroom van verdriet, de alsem van de pijn, de lijkgeur van de nietigheid.

o nacht: ik voel de Zon al razen, ruik het solfer van Zijn dageraad.

27/01/2019 – dagboek data

 

Rondeel #1

DE WACHTER

Ik wacht en ik sta hier mijn naam te vergeten. 
Ik kijk naar de mensen die komen en gaan.
De zon is heel warm en koud is de maan.
Ik sta en ik wacht tot mijn naam is vergeten.

De mannen zijn haastig, zij willen vaak weten
En of wanneer LAIS door de poort is gegaan. 
Ik wacht en ik sta hier mijn naam te vergeten.

De mensen van ’t stad: ik weet hoe zij heten. 
Ik zie hen graag komen en liever nog gaan. 
Hun lief en hun leed zijn heel vlug gedaan.
En wat zij beweren wil nooit iemand weten. 
Ik wacht en ik sta hier mijn naam te vergeten.

(ik heb besloten om Christine de Pisan na te volgen. in al heur vormen.
ik vind zulks heel erg opwindend. ziehier mijn eerste rondeau pisanesque )

(kzal d’r ewa rotcollages bij doen, da’s goed voor de commerce)

AvR4

Astrid van Rijn – potloodtekening #4 van 8 op prentbriefkaarten, gevonden in mijn brievenbus

 

 

de iris in het zwarte sop
wil van geen wijken weten
o god wat maakt zijn licht lawaai

de tijd is klaar voor meer jolijt

ik weef voor hem mijn nachttapijt
rol binnen maar en maak kabaal baäl
maak de ruimte vol met ledigheid

 

 

La Vie Sexuelle de Charles Baudelaire II,6

La froide majesté de la femme stérile

ex nihilo nil (de benen bengelen) nemo
creavit : net noch vijg noch vet noch vis
(binnensmonds gejubel registrerend soms
kantelt in het duister nog dit brandpunt)

(open diafragma, lichtval schaduwloos
op dit dat zich verheffen wil tot dat
en het wachten samenvat met einde
lichtval, diafragma sluiten, duisternis)

ofschoon niet echt berustend in verdoemenis

 


Het Gedicht van de Dag komt vandaag uit La Vie Sexuelle de Charles Baudelaire (1996 -2018) – alle teksten van dit programma

Over het ‘Gedicht van de Dag‘- programma

 

belgen

het regent stenen uit de hemel

fijne kiezel eerst maar knikkers al
en marmer dan, bij brokken

de donkerte verstevigt, niets
geeft nog een krimp. het licht
verheft zich hooguit een vinger dik

nog boven de bevlekte schermen
en draait dan terug tot git
in de hatelijke blik
van de berichten.

ik wil van liefde zingen
maar moet die lust bedwingen:
het is vrijdagavond en ik zit gans alleen

tussen 11,5 miljoen nijdige
belgen.

 

 

stad aan zee

voor a.s.

ik bouw  stad
jij schept zee
stad stort in
zee loopt leeg

jij bouwt zee
ik schep stad
stad loopt leeg
zee verdampt

ik bouw stad
ik bouw zee
scheppen gaat vanzelf

jij schept zee
jij schept stad
bouwen gaat vanzelf

 

 

 

dv 2018 – “voorstel voor een deontologicistisch prognosisconcept op basis van geheel rationele probabiliteit”

grot van het lot

 

de grot van het lot
is ook het cachot
van Wasni Zalni en Kanni

de 3 snollen van het lot
ze wachten er samen
op Nooitni  aka
de Schone van Li

maar ja
die komt maar nie
dus Wasni Zalni en Kanni

de 3 snollen van het lot
zitten heel erg pissed
met hun scharen te spelen

en met hun garenbollen